Ga naar website navigation Ga naar artikel navigatie Ga naar inhoud

Verzuimduur in Ziektewet, uitkomsten WIA‑claimbeoordelingen, KCVG en AKC

Voorkomen van instroom in de WIA

Bepaalde groepen (ex‑)werknemers hebben geen werkgever die voor hun verzuimbegeleiding en re‑integratie verantwoordelijk is. Deze zogenoemde vangnetters vallen onder de Ziektewet. Het gaat onder meer om zieke werklozen, zieke uitzendkrachten en flexwerkers, en werknemers die ziek zijn aan het einde van hun (tijdelijke) contract en/of dienstverband (eindedienstverbanders). UWV begeleidt deze mensen op sociaal‑medisch gebied, zoals de werkgever en de arbodienst dat doen voor de werknemers van reguliere werkgevers.

Tabel Verzuimduur in Ziektewet

 

Norm 2020

Resultaat 2020

Resultaat 2019

Gemiddelde verzuimduur in het eerste Ziektewet‑jaar

65 dagen

43 dagen

48 dagen

Percentage uitstroom in het tweede Ziektewet‑jaar

20,0%

21,1%

22,0%

De eerste score in de tabel betreft de gemiddelde verzuimduur van mensen die in het eerste Ziektewet‑jaar uitstromen. De tweede score is het percentage mensen dat uitstroomt tot de maximale datum in het tweede Ziektewet‑jaar. Bij de eerstejaars Ziektewet‑beoordeling stromen sinds de coronacrisis meer mensen (68%) door naar het tweede Ziektewet‑jaar dan daarvoor (61%). Daarom verwachten we voor 2021 een stijging van het aantal WIA-aanvragen.

Sociaal‑medische beoordeling WIA

De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) heeft als doel klanten hun resterende verdiencapaciteit zo veel mogelijk te laten benutten. Onze verzekeringsartsen beoordelen voor iedereen die na twee jaar ziekte een arbeidsongeschiktheidsuitkering aanvraagt, zijn of haar belastbaarheid. Op basis van deze mogelijkheden stelt de arbeidsdeskundige vast wat de restverdiencapaciteit is. Dit bepaalt het recht op en de hoogte van de gevraagde uitkering.

Tabel Uitkomst WIA-claimbeoordelingen

 

2020

2019

Ontvangen aanvragen*

72.000

69.700

   

Toegekende aanvragen

42.600

41.000

WGA deels arbeidsongeschikt

10.600

10.300

WGA volledig arbeidsongeschikt

19.800

19.100

IVA

12.200

11.600

   

Afgewezen aanvragen

19.900

19.500

   

Afgehandelde aanvragen*

62.500

60.500

  • * Een deel van de ingediende aanvragen wordt ingetrokken.

In 2020 hebben we 3% meer WIA‑aanvragen afgehandeld dan in 2019 (62.500 tegenover 60.500). Het gaat hierbij vooral om aanvragen van zieke werknemers met een vast dienstverband en 60‑plussers. We kenden 42.600 WIA‑aanvragen toe en wezen 19.900 aanvragen af. Dat laatste cijfer is inclusief 1.100 aanvragen waarvan de behandeling tussentijds is gestaakt omdat de aanvrager volledig is hersteld, inmiddels is overleden, twee keer niet op het spreekuur is verschenen of inmiddels gedetineerd is.

De verantwoordelijkheid voor de begeleiding van zieke werknemers met een vast dienstverband ligt bij de werkgevers; UWV ziet zieke werknemers in de regel pas bij de WIA‑aanvraag. Tijdens de ziekteperiode is de werkgever verplicht re‑integratie‑inspanningen te leveren om de zieke werknemer te begeleiden naar passend werk binnen of buiten zijn bedrijf. De werknemer is verplicht daaraan mee te werken. Zowel de werkgever als de werknemer kunnen UWV tussentijds om een deskundigenoordeel vragen als ze van mening zijn dat de ander zich onvoldoende inspant, of twijfels hebben over de geschiktheid om te werken of de passendheid van het aangeboden werk. In 2020 hebben we 14.000 van dergelijke deskundigenoordelen uitgevoerd.

KCVG: Kenniscentrum Verzekeringsgeneeskunde

Het Kenniscentrum Verzekeringsgeneeskunde (KCVG) is in 2005 opgericht om wetenschappelijk onderzoek op het gebied van de verzekeringsgeneeskunde te bevorderen en meer wetenschappelijke onderbouwing aan de verzekeringsgeneeskunde te geven. In het KCVG werken UWV, het Amsterdam UMC en het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) samen. Per 2020 is de samenwerking opnieuw met vijf jaar verlengd. UWV staat hierin wederom garant voor de financiering van reeds gestarte promotietrajecten.

Er lopen binnen het KCVG tal van onderzoeksprojecten. Nieuwe projecten worden getoetst aan de UWV Kennisagenda en moeten zich richten op praktijkgerichte en voor de verzekeringsgeneeskunde toepasbare uitkomsten. Verzekeringsartsen kunnen promotieonderzoek doen onder begeleiding van senior onderzoekers. In september 2019 is besloten om vanaf 2020 per universitair medisch centrum niet meer drie maar twee lopende promotietrajecten per jaar te hebben. De tijd en middelen die hierdoor vrijkomen, worden ingezet op kleinschalige projecten – zoals onderzoek of het mogelijk is om de sociaal‑medische beoordeling eenvoudiger te maken – en op valorisatie en implementatie van de onderzoeksbevindingen in de dagelijkse praktijk. Daarnaast zal worden bekeken hoe ook met andere partners en door verbreding van onderzoeksthema’s de aansluiting op de praktijk beter geborgd kan worden, zonder dat dit ten koste gaat van de wetenschappelijke diepgang. Hierbij wordt ook de beroepsvereniging van de verzekeringsartsen betrokken.

Kleinschalige projecten

Vanwege de coronapandemie kon de jaarlijkse werkconferentie eind maart niet doorgaan. Op 5 en 6 oktober 2020 vond deze online alsnog plaats. Het onderwerp was een strategievorming voor kleinschalige onderzoeksprojecten. Inmiddels is al een aantal kleinschalige projecten gestart, met een doorlooptijd van maximaal één jaar. Deze projecten beantwoorden een vraag vanuit de praktijk en worden uitgevoerd door een verzekeringsarts (maximaal twee dagen per week).

Promotieonderzoek

Op 30 januari 2020 is verzekeringsarts Birgit Donker gepromoveerd op een proefschrift over factoren die het werken belemmeren voor mensen met niet‑aangeboren hersenletsel (NAH). Op 17 november 2020 volgde verzekeringsarts Ilse Louwerse. Zij stelt in haar proefschrift dat een beslismodel op basis van data‑analyse verzekeringsartsen kan helpen bij het maken van prognoses en het plannen van herbeoordelingen. Maar om dit beslismodel daadwerkelijk in de praktijk toe te passen, zouden verzekeringsartsen er wel eerst meer informatie over willen hebben.

De komende jaren spelen twee belangrijke thema’s in de langlopende (promotie)onderzoeken:

  • Het verbeteren en ondersteunen van de inhoud en het proces van beoordeling van de functionele mogelijkheden door (vooral) de verzekeringsarts. Hierbij gaat het onder andere om de ontwikkeling van instrumenten en methoden om de beschikbare wetenschappelijke evidentie bij de beoordeling beter toegankelijk te maken en te benutten, zowel in het algemeen als voor doelgroepen met specifieke aandoeningen of beperkingen.

  • Het verbeteren en verhogen van de participatie van specifieke groepen klanten. Hierbij gaat het vooral om het uitwerken, testen en evalueren van interventies die op verhoging van de participatie gericht zijn. Deze interventies zijn doorgaans op een wat meer specifieke doelgroep gericht, zoals mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen of WGA‑uitkeringsgerechtigden met een nog duidelijk aanwezig arbeidsvermogen.

Alle lopende promotietrajecten bevinden zich in een dusdanige fase dat er vooralsnog geen specifieke vertraging door de coronasituatie te verwachten is.

Muntendamsymposium

Op 10 december 2020 vond het jaarlijkse Muntendamsymposium online plaats. Rode draad was ‘de tijd’. KCVG‑voorzitter Diederike Holtkamp keek terug op de ontwikkelingen in de afgelopen vijftien jaar en gaf een inkijkje in de toekomstplannen van het kenniscentrum. In de bijdragen van verschillende sprekers kwam de diversiteit in KCVG‑projecten naar voren: van promotieonderzoek naar somatisch onverklaarde lichamelijk klachten (SOLK), onderzoek uit een academische werkplaats over ‘socialezekerheidsvaardigheden’ en onderzoek door een verzekeringsarts in opleiding naar telefonische consulten tot bijdragen over de kwaliteitstafels en over het in samenwerking met bedrijfsartsen ontwikkelen van een instrument voor de beschrijving van arbeidsbelastbaarheid en re‑integratiemogelijkheden (BAR‑project).

AKC: Arbeidsdeskundig Kennis Centrum

Het Arbeidsdeskundig Kennis Centrum (AKC), opgericht in 2009, verzamelt, ontwikkelt, verspreidt en evalueert onderbouwde wetenschappelijke kennis en stimuleert het gebruik daarvan door arbeidsdeskundigen. Het AKC wil een bijdrage leveren aan de professionaliteit van de arbeidsdeskundige en zo bijdragen aan het bevorderen van duurzame arbeidsparticipatie in Nederland.

De AKC Kennisagenda sluit aan bij de UWV Kennisagenda. In het meerjarenprogramma 2018‒2021 zijn gerichte activiteiten opgenomen voor de valorisatie, implementatie en het bevorderen van het gebruik van de al beschikbare kennis. De vernieuwde AKC‑website is begin 2021 live gegaan. Hiermee is de kennis voor arbeidsdeskundigen nu beter vindbaar en toegankelijker. Om kennis op maat toepasbaar te maken, zijn bijvoorbeeld ook instrumenten gedigitaliseerd en factsheets toegevoegd.

In 2019 is het onderzoekprogramma Professionalisering arbeidsdeskundig handelen 2020‒2024 vastgesteld. Dit programma sluit aan bij concrete vragen die leven bij arbeidsdeskundigen, het bestuur van de Nederlandse Vereniging van Arbeidsdeskundigen (NVvA) en stakeholders (werkgevers, werknemers en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)). Er wordt ook gewerkt aan de kennisagenda voor de komende jaren. In 2020 zijn de volgende resultaten geboekt:

  • Voor de impactstudie naar vroegtijdige inzet van de arbeidsdeskundige is de eerste fase in mei 2020 opgeleverd met een voorstel voor een pilot en meetplan. Het Impact Center Erasmus heeft van AKC de opdracht gekregen om als volgende stap een pilot uit te voeren waarin de effecten van vroegtijdige (binnen drie maanden) inzet van arbeidsdeskundigen bij verschillende werkgevers wordt onderzocht. Er is gestart met het benaderen van werkgevers en het houden van informatiebijeenkomsten. Verwachting is dat de pilot in het voorjaar van 2021 van start kan gaan. Met een deel van de geïnteresseerde werkgevers loopt het overleg nog. In het verlengde van de pilot is in het kader van het programma Kwaliteitsverbetering Poortwachterproces bij ZonMW een idee ingediend om via een project te onderzoeken in hoeverre contextfactoren bepalend zijn bij vroegtijdige interventie in het eerste jaar van verzuim.

  • Voor het project waarin de methodiekbeschrijving van Stichting Gezel wordt uitgewerkt in een overdraagbare methode is de werkgroep samengesteld. Ook het plan van aanpak is opgesteld. Stichting Gezel zet leer‑werkprojecten op om jonge mensen met een arbeidsbeperking duurzaam naar de arbeidsmarkt toe te leiden. Half juni is de werkgroep gestart met een serie van vijf werksessies waarin arbeidsdeskundigen samen met directie en onderzoekers proberen de aanpak van Stichting Gezel overdraagbaar te maken voor arbeidsdeskundigen. Er is een Theory of Change opgesteld om vast te stellen wat de mechanismen zijn waardoor de methodiek effect heeft. Hierna volgden stakeholdervalidatie, literatuuronderzoek en praktijkcases. Begin 2021 worden een handleiding en lesplan opgeleverd.

  • Het project gericht op het ontwikkelen van een leidraad en preferente formats voor de arbeidsdeskundige rapportage is in juli 2020 van start gegaan. Sinds oktober zijn verschillende werkgroepen met arbeidsdeskundigen actief. Er zijn meerdere rapportageformats geanalyseerd. In januari 2021 is onder arbeidsdeskundigen een enquête verspreid om breed op te halen wat zij als de belangrijkste onderdelen zien in een arbeidsdeskundige rapportage.

  • De voorbereidingen voor de digitalisering van de scan Werkvermogen voor werkzoekenden zijn in gang gezet. Er is bij arbeidsdeskundigen veel draagvlak voor digitalisering en UWV is geïnteresseerd om deel te nemen aan een pilot. De kosten zijn geïnventariseerd. Streven is om de pilot in de eerste helft van 2021 te starten.

  • Twee langlopende wetenschappelijke onderzoeksprojecten (project Objectivering psychosociale arbeidsbelasting en project Beslissingsondersteunend instrument chronische aandoening en arbeidsparticipatie) hebben door de coronabeperkingen wat vertraging opgelopen. Beide onderzoeken worden naar verwachting in het eerste kwartaal van 2021 afgerond met een eindrapport.

  • Er lopen twee promotieonderzoek van arbeidsdeskundigen van UWV. De verwachting is dat een daarvan in 2021 zal worden afgerond.