Ga naar website navigation Ga naar artikel navigatie Ga naar inhoud

Verzuimduur in Ziektewet, uitkomst WIA‑claimbeoordelingen, KCVG en AKC

Voorkomen van instroom in de WIA

Bepaalde groepen (ex‑)werknemers hebben geen werkgever die voor hun verzuimbegeleiding en re‑integratie verantwoordelijk is. Voor hen vormt de Ziektewet een vangnet. Het gaat onder meer om zieke werklozen, zieke uitzendkrachten en flexwerkers, en werknemers die ziek zijn aan het einde van hun (tijdelijke) contract en/of dienstverband (eindedienstverbanders). UWV begeleidt deze mensen op sociaal‑medisch gebied, zoals de werkgever en de arbodienst dat doen voor de werknemers van reguliere werkgevers.

Tabel Verzuimduur in Ziektewet

 

Norm 2021

Resultaat eerste acht maanden 2021

Resultaat 2020

Gemiddelde verzuimduur in het eerste Ziektewet-jaar

65 dagen

44 dagen

43 dagen

Percentage uitstroom in het tweede Ziektewet-jaar

20,0%

20,4%

21,1%

De eerste score in de tabel betreft de gemiddelde verzuimduur van mensen die in het eerste Ziektewet‑jaar uitstromen. De tweede score is het percentage mensen dat uitstroomt tot de maximale datum in het tweede Ziektewet‑jaar.

Sociaal‑medische beoordeling WIA

De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) heeft als doel klanten hun resterende verdiencapaciteit zo veel mogelijk te laten benutten. Onze verzekeringsartsen beoordelen voor iedereen die na twee jaar ziekte een arbeidsongeschiktheidsuitkering aanvraagt zijn of haar belastbaarheid. Op basis van deze mogelijkheden stelt de arbeidsdeskundige vast wat de restverdiencapaciteit is. Dit bepaalt het recht op en de hoogte van de gevraagde uitkering.

Tabel Uitkomst WIA-claimbeoordelingen

 

Eerste acht maanden 2021

Eerste acht maanden 2020

Ontvangen aanvragen*

51.000

46.800

   

Afgehandelde aanvragen*

44.600

41.200

Toegekende aanvragen

30.200

28.200

WGA deels arbeidsongeschikt

7.100

7.100

WGA volledig arbeidsongeschikt

14.200

13.000

IVA

8.900

8.100

   

Afgewezen aanvragen

14.400

13.000

  • * Een deel van de ingediende aanvragen wordt ingetrokken.

In de eerste acht maanden van 2021 hebben we ruim 8% meer WIA‑aanvragen afgehandeld dan in dezelfde periode in 2020 (44.600 tegenover 41.200). Het gaat hierbij vooral om aanvragen van zieke werknemers met een vast dienstverband en 60‑plussers. We kenden 30.200 WIA‑aanvragen toe en wezen 14.400 aanvragen af. Dat laatste cijfer is inclusief 900 aanvragen waarvan de behandeling tussentijds is gestaakt omdat de aanvrager volledig is hersteld, inmiddels is overleden, twee keer niet op het spreekuur is verschenen of inmiddels gedetineerd is.

De verantwoordelijkheid voor de begeleiding van zieke werknemers met een vast dienstverband ligt de eerste twee ziektejaren bij de werkgevers; UWV ziet zieke werknemers in de regel pas bij de WIA‑aanvraag. Tijdens de ziekteperiode is de werkgever verplicht re‑integratie‑inspanningen te leveren om de zieke werknemer te begeleiden naar passend werk binnen of buiten zijn bedrijf. De werknemer is verplicht daaraan mee te werken. Zowel de werkgever als de werknemer kunnen UWV tussentijds om een deskundigenoordeel vragen als ze van mening zijn dat de ander zich onvoldoende inspant, of twijfels hebben over de geschiktheid om te werken of de passendheid van het aangeboden werk. In de eerste acht maanden van 2021 hebben we 9.300 van dergelijke deskundigenoordelen uitgevoerd (eerste acht maanden van 2020: 9.500).

KCVG: Kenniscentrum Verzekeringsgeneeskunde

Het Kenniscentrum Verzekeringsgeneeskunde (KCVG) is in 2005 opgericht om wetenschappelijk onderzoek op het gebied van de verzekeringsgeneeskunde te bevorderen en meer wetenschappelijke onderbouwing aan de verzekeringsgeneeskunde te geven. In het KCVG werken UWV, het Amsterdam UMC en het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) samen. Per 2020 is de samenwerking opnieuw met vijf jaar verlengd. UWV staat hierin wederom garant voor de financiering van reeds gestarte promotietrajecten.

Er lopen binnen het KCVG tal van onderzoeksprojecten. Nieuwe projecten worden getoetst aan de UWV Kennisagenda en moeten zich richten op praktijkgerichte en voor de verzekeringsgeneeskunde toepasbare uitkomsten. Verzekeringsartsen kunnen promotieonderzoek doen onder begeleiding van senior onderzoekers. Sinds 2020 zijn er per universitair medisch centrum niet meer drie maar twee lopende promotietrajecten per jaar. De tijd en middelen die hierdoor vrijkomen, worden ingezet op kleinschalige projecten – zoals onderzoek of het mogelijk is om de sociaal‑medische beoordeling eenvoudiger te maken – en op valorisatie en implementatie van de onderzoeksbevindingen in de dagelijkse praktijk. Daarnaast wordt bekeken hoe ook met andere partners en door verbreding van onderzoeksthema’s de aansluiting op de praktijk beter geborgd kan worden, zonder dat dit ten koste gaat van de wetenschappelijke diepgang. In 2021 staan meerdere sessies gepland om hiervoor een langetermijnstrategie te formuleren. Hierbij wordt ook de beroepsvereniging van de verzekeringsartsen betrokken.

Kleinschalige projecten

Inmiddels is al een aantal kleinschalige projecten gestart, met een doorlooptijd van maximaal één jaar. Deze projecten beantwoorden een vraag vanuit de praktijk en worden uitgevoerd door een verzekeringsarts (maximaal twee dagen per week).

Promotieonderzoek

De komende jaren spelen twee belangrijke thema’s in de langlopende (promotie)onderzoeken:

  • Het verbeteren en ondersteunen van de inhoud en het proces van beoordeling van de functionele mogelijkheden door (vooral) de verzekeringsarts. Hierbij gaat het onder andere om de ontwikkeling van instrumenten en methoden om de beschikbare wetenschappelijke evidentie bij de beoordeling beter toegankelijk te maken en te benutten, zowel in het algemeen als voor doelgroepen met specifieke aandoeningen of beperkingen.

  • Het verbeteren en verhogen van de participatie van specifieke groepen klanten. Hierbij gaat het vooral om het uitwerken, testen en evalueren van interventies die op verhoging van de participatie gericht zijn. Deze interventies zijn doorgaans op een wat meer specifieke doelgroep gericht, zoals mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen of WGA‑uitkeringsgerechtigden met een nog duidelijk aanwezig arbeidsvermogen.

Alle lopende promotietrajecten bevinden zich in een dusdanige fase dat er vooralsnog geen specifieke vertraging door de coronasituatie te verwachten is.

AKC: Arbeidsdeskundig Kennis Centrum

Het Arbeidsdeskundig Kennis Centrum (AKC), opgericht in 2009, verzamelt, ontwikkelt, verspreidt en evalueert onderbouwde wetenschappelijke kennis en stimuleert het gebruik daarvan door arbeidsdeskundigen. Het AKC wil een bijdrage leveren aan de professionaliteit van de arbeidsdeskundige en zo bijdragen aan het bevorderen van duurzame arbeidsparticipatie in Nederland.

De AKC Kennisagenda sluit aan bij de UWV Kennisagenda. In het meerjarenprogramma 2018‒2021 zijn gerichte activiteiten opgenomen voor de valorisatie, implementatie en het bevorderen van het gebruik van de al beschikbare kennis. De vernieuwde AKC‑website is begin 2021 live gegaan. Hiermee is de kennis voor arbeidsdeskundigen nu beter vindbaar en toegankelijker.

In 2019 is het onderzoekprogramma Professionalisering arbeidsdeskundig handelen 2020‒2024 vastgesteld. Dit programma sluit aan bij concrete vragen die leven bij arbeidsdeskundigen, het bestuur van de Nederlandse Vereniging van Arbeidsdeskundigen (NVvA) en stakeholders (werkgevers, werknemers en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)). In de eerste maanden van 2021 zijn, op basis van input van arbeidsdeskundigen en stakeholders en recente ontwikkelingen en rapporten, de fundamenten gelegd voor een nieuwe kennisagenda voor de komende jaren. Tot en met augustus 2021 zijn de volgende resultaten geboekt:

  • De methodiek van Stichting Gezel is uitgewerkt in een overdraagbare methode voor arbeidsdeskundigen. De methodiekbeschrijving is inmiddels gepubliceerd in AKC‑cahier 25 Volgend Sturen. Stichting Gezel zet leer‑werkprojecten op om jonge mensen met een arbeidsbeperking duurzaam naar de arbeidsmarkt toe te leiden.

  • Het langlopende wetenschappelijke onderzoek Objectivering psychosociale arbeidsbelasting is afgerond. Hierbij is een digitale tool ontwikkeld die gelijktijdig met de publicatie van het eindrapport in augustus in gebruik is genomen. Deze tool, de DPQ, ondersteunt arbeidsdeskundigen bij het evidencebased vaststellen van psychosociale arbeidsbelasting.

  • Het eindrapport van het tweede langlopende wetenschappelijke onderzoek, Beslissingsondersteunend instrument chronische aandoening en arbeidsparticipatie, wordt dit najaar verwacht.

  • De scan Werkvermogen voor werkzoekenden is gedigitaliseerd. UWV heeft besloten eind 2021 een pilot met de scan te starten.

  • Er zijn twee werkgroepen gestart die een handreiking Banenmotor en arbeidsdeskundig advies bij long COVID ontwikkelen voor arbeidsdeskundigen. Deze handreiking is naar verwachting dit najaar klaar.

  • Voor de impactstudie naar vroegtijdige inzet van de arbeidsdeskundige is de eerste fase in mei 2020 opgeleverd met een voorstel voor een pilot en meetplan. Het Impact Center Erasmus heeft van AKC de opdracht gekregen om als volgende stap een pilot uit te voeren waarin de effecten van vroegtijdige (binnen drie maanden) inzet van arbeidsdeskundigen bij verschillende werkgevers wordt onderzocht. De pilot is in april 2021 van start gegaan bij twee grote werkgevers. Dit pilotonderzoek wordt versterkt met kwantitatief onderzoek op twee grote datasets.

  • Het project gericht op het ontwikkelen van een leidraad en preferente formats voor de arbeidsdeskundige rapportage is in juli 2020 van start gegaan. Sinds oktober zijn verschillende werkgroepen met arbeidsdeskundigen actief. Er zijn meerdere rapportageformats geanalyseerd. In januari 2021 is onder arbeidsdeskundigen een enquête verspreid om te inventariseren wat zij als de belangrijkste onderdelen zien in een arbeidsdeskundige rapportage. De leidraad en formats worden naar verwachting begin 2022 opgeleverd.

  • Een promotieonderzoek van een UWV‑arbeidsdeskundige naar het effect van integrale participatiegerichte dienstverlening voor mensen met meervoudige problematiek wordt naar verwachting eind 2021 afgerond. Er loopt ook een onderzoek door een arbeidsdeskundige die inmiddels bij UWV is vertrokken. Dit promotieonderzoek naar werkgeverservaringen met re‑integratie‑inspanningen wordt naar verwachting in 2022 afgerond. Een derde promovendus is gestart met het voortraject voor haar promotieonderzoek naar herhaalde uitval door psychische klachten.

  • Het onderzoek Het deskundigenoordeel ‘(On)geschikt voor het eigen werk’ is in juli gepubliceerd. Ieder jaar vragen duizenden werknemers een deskundigenoordeel aan, omdat zij een conflict hebben met hun werkgever over hun ziekteverzuim. Onderzocht is welke kenmerken van werknemers een rol spelen bij het ontstaan van een conflict met de werkgever en bij de aanvraag van een deskundigenoordeel.

  • Er loopt een onderzoek naar arbeidsdeskundig onderzoek via beeldbellen; dit wordt dit jaar afgerond.