Deze paragraaf van de publieke bijlagen bevat aanvullende informatie bij hoofdstuk Inkomensdienstverlening, paragraaf Inkomenszekerheid bieden in het achtmaandenverslag.
Uitkeringsvolumes
In de eerste acht maanden van 2021 kenden we ruim 616.000 nieuwe uitkeringen toe, 10% minder dan in dezelfde periode in 2020.
Tabel Nieuwe uitkeringen
Eerste acht maanden 2021 | Eerste acht maanden 2020 | % +/- | |||
WW | 206.267 | 334.227 | -38% | ||
Arbeidsongeschiktheidswetten | 40.476 | 36.601 | 11% | ||
WIA | 35.704 | 32.061 | 11% | ||
WGA | 27.948 | 24.219 | 15% | ||
IVA | 7.756 | 7.842 | -1% | ||
WAO | 442 | 364 | 21% | ||
WAZ | 16 | 29 | -45% | ||
Wajong | 4.314 | 4.147 | 4% | ||
Ziektewet | 213.861 | 212.812 | 0% | ||
Wazo (incl. ZEZ) | 155.780 | 102.213 | 52% | ||
Totaal | 616.384 | 685.853 | -10% |
We beëindigden 728.000 uitkeringen, 13% meer dan in de eerste acht maanden van 2020.
Tabel Beëindigde uitkeringen
Eerste acht maanden 2021 | Eerste acht maanden 2020 | % +/- | |||
WW | 279.266 | 266.020 | 5% | ||
Arbeidsongeschiktheidswetten | 37.201 | 38.452 | -3% | ||
WIA | 18.874 | 17.587 | 7% | ||
WGA | 9.428 | 9.089 | 4% | ||
IVA | 9.446 | 8.498 | 11% | ||
WAO | 13.858 | 14.908 | -7% | ||
WAZ | 765 | 900 | -15% | ||
Wajong | 3.704 | 5.057 | -27% | ||
Ziektewet | 261.110 | 237.986 | 10% | ||
Wazo (incl. ZEZ) | 150.388 | 99.587 | -51% | ||
Totaal | 727.965 | 642.045 | 13% |
Eind augustus 2021 ontvingen bijna 1,2 miljoen mensen gedurende kortere of langere tijd een uitkering van ons. We keerden in de eerste acht maanden van 2021 een bedrag van in totaal € 14,2 miljard uit.
Tabel Lopende uitkeringen
Eerste acht maanden 2021 | Eerste acht maanden 2020 | % +/- | |||
WW | 212.661 | 291.660 | -27% | ||
Arbeidsongeschiktheidswetten | 816.648 | 815.637 | 0% | ||
WIA | 364.515 | 341.478 | 7% | ||
WGA | 221.194 | 207.428 | 7% | ||
IVA | 143.321 | 134.050 | 7% | ||
WAO | 201.150 | 221.960 | -9% | ||
WAZ | 7.672 | 8.854 | -13% | ||
Wajong | 243.311 | 243.345 | 0% | ||
Ziektewet | 109.736 | 108.617 | 1% | ||
Wazo (incl. ZEZ) | 54.561 | 45.887 | 19% | ||
Totaal | 1.193.606 | 1.261.801 | -5% |
WW
We handelden in de eerste acht maanden van 2021 39,5% minder WW‑aanvragen af dan in de eerste acht maanden van 2020 (268.800 tegenover 444.600). Daarvan wezen we er 23% (62.600) af tegenover 25% (110.400) in de eerste acht maanden van 2020. 4.700 mensen kregen (tijdelijk) geen WW‑uitkering omdat ze een maatregel kregen opgelegd, vrijwel altijd omdat ze verwijtbaar werkloos waren. Doordat enerzijds het aantal toekenningen in de eerste acht maanden fors lager was dan in de eerste acht maanden van 2020 en het aantal beëindigde uitkeringen hoger, is het aantal lopende WW‑uitkeringen eind augustus 2021 27% lager dan eind april 2020. De NOW‑regelingen hebben ongetwijfeld aan deze ontwikkelingen bijgedragen. We verwachten dat het aantal WW‑aanvragen en het aantal lopende WW‑uitkeringen in de loop van 2021 wel iets zullen toenemen.
Ziektewet
Er is in de eerste acht maanden van 2021 iets meer beroep op de Ziektewet gedaan dan in de eerste acht maanden van 2020. Er waren iets meer zieke WW’ers en vrouwen die na hun zwangerschaps- en bevallingsverlof ziek waren. Het aantal toekenningen bleef in de eerste acht maanden van 2021 ongeveer gelijk aan dat in dezelfde periode van 2020. Enerzijds steeg het aantal toekenningen aan zieke uitzendkrachten. Anderzijds daalde het aantal toekenningen aan zieke werknemers met een no‑riskpolis en het aantal zieke eindedienstverbanders.
WIA en WAO
We handelden 44.600 WIA‑aanvragen af, ruim 8% meer dan in de eerste acht maanden van 2020 (41.200). Van de aanvragen hebben we er bijna 14.400 (32%) afgewezen; in de eerste acht maanden van 2020 waren het er 13.000 (ook 32%). Meestal ging het om mensen die minder dan 35% arbeidsongeschikt werden bevonden of wel geschikt bleken voor het eigen werk. Het aantal nieuwe uitkeringen was 11% hoger dan in de eerste acht maanden van 2020. Deze toename wordt veroorzaakt doordat er meer voorschotten voor WGA‑uitkeringen zijn toegekend, omdat de sociaal‑medische beoordeling vanwege de coronacrisis niet binnen de geldende termijn kon worden afgerond – zie ook hieronder onder het kopje Tijdigheid. Deze voorschotten worden meegeteld als nieuwe uitkeringen. Bij de definitieve beoordeling wordt naar verwachting circa 30% van de aanvragen alsnog afgewezen, de WGA‑uitkering telt dan weer mee als beëindigd. Het aantal lopende WIA‑uitkeringen steeg in de eerste acht maanden van 2021 verder met 15.000 (4,3%) ten opzichte van eind december 2020. Andersom neemt het aantal lopende uitkeringen voor de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), de voorloper van de WIA, in ongeveer hetzelfde tempo af. Eind augustus 2021 was het aantal WAO‑uitkeringen 13.400 (6,3%) lager dan eind december 2020.
Wajong
De Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong 2015, ingegaan op 1 januari 2015) is alleen nog toegankelijk voor jonggehandicapten die duurzaam geen arbeidsvermogen hebben. We handelden 6.100 aanvragen af voor een Wajong 2015‑uitkering, evenveel als in de eerste acht maanden van 2020 (ook 6.100). Hiervan werden er 3.100 (51%) afgewezen, omdat de aanvrager niet duurzaam volledig arbeidsongeschikt werd bevonden (in eerste acht maanden van 2020: 3.500, 58%). Het totale aantal Wajong‑uitkeringen is in de eerste acht maanden van 2021 met bijna 200 toegenomen.
Tijdigheid
Een van onze kerntaken is dat we de juiste uitkering op tijd betalen. Over de tijdigheid van de eerste betaling maken we ieder jaar afspraken met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW).
Tabel Tijdige eerste betaling
Norm 2021 | Eerste acht maanden 2021 | Eerste acht maanden 2020 | |
Betalingen WW binnen 10 kalenderdagen na ontvangst inkomstenformulier | 90% | 99% | 98% |
Eerste betaling Ziektewet binnen 4 weken na ingang recht | 85% | 94% | 92% |
Eerste betaling WIA binnen 4 weken na ingang recht | 85% | 86% | 88% |
Eerste betaling Wajong binnen 4 weken na einde beslistermijn | 85% | 80% | 87% |
WIA-claimbeoordelingen moeten binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag zijn afgerond. De tijdigheid van de claimbeoordelingen staat door verschillende oorzaken onder druk. Meer informatie hierover is te vinden in het achtmaandenverslag in paragraaf Sociaal‑medische dienstverlening. Wanneer het niet lukt om de eerste betaling op tijd te doen, dan geven we de aanvrager op diens verzoek een voorschot. Hiermee voorkomen we dat mensen in financiële problemen raken. De voorraad WIA‑claimbeoordelingen is sinds mei 2020 gestegen en daarmee ook het aantal mensen dat op een beoordeling wacht. Daardoor is er sinds september 2020 sprake van een aanhoudende toename van het aantal voorschotten dat we verstrekken. In de eerste acht maanden van 2021 ging het om 10.746 voorschotten op 50.981 WIA‑aanvragen (21,1%). Dat zijn er meer dan in 2020, toen ging het in dezelfde periode om 5.865 voorschotten op 46.782 WIA‑aanvragen (12,5%). Vanaf augustus 2021 hebben we de communicatie over de mogelijkheid van een voorschot verbeterd. De regelingen voor terugbetalingen en verrekeningen van voorschotten worden versoepeld, met terugwerkende kracht tot 2020 (zie in het achtmaandenverslag paragraaf Sociaal‑medische dienstverlening, onder het kopje Terugvorderen WIA‑voorschotten stopgezet). We verwachten dat er nog wel enige jaren zullen verstrijken voordat we erin slagen om alle WIA‑claimbeoordelingen tijdig te verwerken.
Er zijn ook minder Wajong‑claimbeoordelingen binnen de geldende termijn afgerond. Hierdoor is ook de tijdigheid voor de eerste betaling van Wajong‑uitkeringen afgenomen. Voor Wajong‑uitkeringen is een relatief beperkte capaciteit beschikbaar, die kwetsbaar is gebleken. De tijdigheid van de beschikkingen en betalingen voor de Wajong heeft onze aandacht.
Rechtmatigheid uitkeringslasten
Al onze handelingen moeten rechtmatig zijn, in overeenstemming met de geldende regels en besluiten. Dat geldt zowel voor de uitkeringsverstrekking als voor de uitvoeringskosten. Om de rechtmatigheid van de uitkeringsverstrekking te toetsen, worden afwijkingen gekwantificeerd en afzonderlijk gewogen en weergegeven. We maken daarbij onderscheid tussen financiële fouten en onzekerheden, waarover afzonderlijk verantwoording moet worden afgelegd indien deze in het verslagjaar 2021 (1 oktober 2020 tot 1 oktober 2021) zijn geconstateerd. Bij een financiële fout kunnen we vaststellen wat de fout is en wat het financiële gevolg is. Bij een onzekerheid hebben we onvoldoende informatie om vast te stellen of iets goed of fout is. Voor het achtmaandenverslag stellen we het percentage financiële fouten in de uitkeringslasten over de eerste drie kwartalen van verslagjaar 2021 (periode 1 oktober 2020 tot 1 juli 2021) vast. Het percentage bedraagt 0,6. Het percentage onzekerheden bedraagt 1,0. Dit zijn de gewogen UWV‑percentages over alle wetten.
NOW
De NOW maakt geen deel uit van de rechtmatigheidspercentages van de uitkeringslasten. Hierover rapporteren we afzonderlijk in het jaarverslag 2021.
Regeling compensatie transitievergoeding
De Compensatieregeling transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid (CRTV‑LAO) is op 1 april 2020 in werking getreden. Op grond van deze regeling kunnen werkgevers aanspraak maken op een compensatie van de transitievergoeding die zij verschuldigd zijn bij het beëindigen van de arbeidsovereenkomst in verband met langdurige arbeidsongeschiktheid van de werknemer. Een dergelijke aanvraag kan ook met terugwerkende kracht worden ingediend bij dienstverbanden die op of na 1 juli 2015 vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid zijn beëindigd. De reguliere CRTV‑LAO‑gevallen zijn in de totale UWV‑percentages opgenomen, maar de betalingen met terugwerkende kracht niet. Omdat de aanvragen met terugwerkende kracht slechts over een afgebakende periode kunnen worden ingediend, beschouwen we deze als een separate massa die buiten de reguliere verantwoording over het verslagjaar valt. Hierover rapporteren we in het jaarverslag 2021.
Status van de financiële opmerkingen en onzekerheden
Op dit moment hebben nog niet alle opgemerkte afwijkingen een definitieve status omdat ze nog in behandeling zijn. De cijfers zijn daarom voorlopig en indicatief en geven de stand weer nadat driekwart van de steekproef voor het verslagjaar 2021 is gecontroleerd. De onzekerheden die nog in onderzoek zijn, kunnen leiden tot een financiële fout of een niet‑financiële fout. Onzekerheden die niet opgelost worden, blijven onzeker.
Tabel Rechtmatigheid eerste drie kwartalen verslagjaar 2021*
In procenten | Financiële fouten | Onzekerheden | ||
Verslagjaar eerste drie kwartalen 2021 | Verslagjaar 2020 | Verslagjaar eerste drie kwartalen 2021 | Verslagjaar 2020 | |
Wajong | 0,0 | 0,1 | 0,0 | 0,3 |
WAO | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
WAZ | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Wazo | 0,1 | 0,7 | 0,0 | 0,0 |
WIA | 0,0 | 0,1 | 0,0 | 0,0 |
WW | 2,1 | 1,8 | 5,0 | 1,8 |
Ziektewet | 1,9 | 2,7 | 0,5 | 0,3 |
Toeslagenwet | 1,0 | 2,7 | 0,0 | 1,1 |
IOW | 0,0 | 0,4 | 0,0 | 0,0 |
Kaderwet SZW-subsidies | 11,5 | 5,7 | 10,1 | 4,2 |
Compensatieregeling transitievergoeding | 0,9 | 5,7 | 0,0 | 0,0 |
Gewogen totaal | 0,6 | 0,8 | 1,0 | 0,5 |
- * De cijfers in deze tabel zijn voorlopig en indicatief.
Toelichting
-
Het UWV-brede foutpercentage is lager dan in het verslagjaar 2020.
-
Alleen de foutpercentages voor de WW en de Kaderwet SZW‑subsidies (KWS) zijn hoger dan in 2020. Bij de WW gaat het vooral om fouten bij de inkomstenverrekening en bij de beoordelingen van de wekeneis.
-
Er zijn geen financiële fouten geconstateerd bij de Wajong, de WAO, de WAZ, de WIA en de IOW.
-
Onder de Kaderwet SZW‑subsidies (KWS) wordt de Regeling tijdelijk scholingsbudget UWV verantwoord. Het percentage financiële fouten en het onzekerheidspercentage voor deze wet zijn hoger dan in het verslagjaar 2020. In 2020 bestond de KWS‑massa voor 70% uit de Tijdelijke Overbruggingsregeling voor Flexibele Arbeidskrachten (TOFA), waarin geen financiële fouten en onzekerheden werden aangetroffen. Hierdoor had het aandeel van een fout of onzekerheid in de Regeling tijdelijk scholingsbudget UWV een lagere impact. Met het wegvallen van de TOFA is er geen dempend effect meer op de impact van de financiële fouten en onzekerheden in de Regeling tijdelijk scholingsbudget UWV.
-
De UWV-brede onzekerheid bedraagt momenteel 1,0%. Dit wordt vrijwel geheel veroorzaakt door onzekere posten bij de WW. Vanwege de geringe omvang van de massa hebben de onzekere posten bij de Kaderwet SZW‑subsidies geen materieel effect op het UWV‑brede percentage.