Sociaal-medische dienstverlening

Deze paragraaf van de publieke bijlagen bevat aanvullende informatie bij hoofdstuk Inkomensdienstverlening, paragraaf Sociaal-medische dienstverlening in het achtmaandenverslag.

We hebben in de eerste acht maanden van 2021 98.311 sociaal‑medische beoordelingen uitgevoerd, dat zijn er 5.312 minder dan in de eerste acht maanden van 2020 (103.623).

Tabel Overzicht aantallen gerealiseerde sociaal-medische beoordelingen

• * Het gaat hier niet alleen om claimbeoordelingen voor de WIA maar ook voor de Wajong en om aanvragen beoordeling arbeidsvermogen (Participatiewet‑beoordelingen voor opname in het doelgroepregister voor de banenafspraak).

Omdat we niet alle beoordelingen tijdig kunnen verrichten, hebben we met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) vastgesteld welke beoordelingen we met voorrang oppakken. Claimbeoordelingen hebben volgens afspraak de hoogste prioriteit, daarna eerstejaars Ziektewet‑beoordelingen en tot slot herbeoordelingen. Vanwege de coronamaatregelen waren tot half juni 2020 helemaal geen beoordelingen mogelijk waarbij een fysiek spreekuur nodig is en daarna in beperkte mate.

Tabel Overzicht totale voorraad en achterstand

• * De voorraad claimbeoordelingen bestaat niet alleen uit claimbeoordelingen voor de WIA maar ook voor de Wajong en voor aanvragen beoordeling arbeidsvermogen (Participatiewet‑beoordelingen voor opname in het doelgroepregister voor de banenafspraak).
• ** Een wijziging in de definitie zal met ingang van het jaarverslag 2021 een verlagend effect hebben op deze cijfers.

Het aantal mensen dat op een beoordeling wacht is in de eerste acht maanden van 2021 gestegen. Het aantal mensen dat wacht op een eerstejaars Ziektewet‑beoordeling neemt minder snel toe dan het aantal mensen dat wacht op een herbeoordeling. Dit komt onder andere door een grotere focus op het eerste Ziektewet‑jaar. Ondanks het hogere aantal claimbeoordelingen is het aantal mensen dat wacht op zo’n beoordeling gestegen. Dit komt doordat het aantal aanvragen nog hoger is.

Artsencapaciteit

De afgelopen jaren hebben we veel geïnvesteerd in de capaciteit aan verzekeringsartsen. We hebben in de eerste acht maanden van 2021 61 artsen aangenomen, in de eerste acht maanden van 2020 waren dat er 79. Er vertrokken minder artsen dan vorig jaar: in de eerste acht maanden van 2021 zijn 64 artsen uitgestroomd – voornamelijk vanwege (pre)pensioen (25 artsen), omdat hun tijdelijk contract afliep (17 artsen) of vanwege ontslagname (12 artsen) – tegenover 84 in dezelfde periode in 2020. Als gevolg van de uitstroom van ervaren verzekeringsartsen – voornamelijk wegens pensionering – en de instroom van basisartsen wijzigt de samenstelling van onze artsencapaciteit. Sinds 2020 hebben we minder ervaren verzekeringsartsen, die per persoon meer tijd besteden aan de opleiding en begeleiding van nieuwe collega’s. Deze opleidingsinspanningen zijn voor de langere termijn essentieel; we weten op basis van het strategisch personeelsplan dat ook de komende jaren veel ervaren artsen uitstromen. We voorzien tegelijkertijd dat onze inspanningen op het werven en opleiden in een realistisch scenario hooguit zullen leiden tot een gelijkblijvende capaciteit.

Tabel Artsencapaciteit bij divisie Sociaal Medische Zaken

Taakdelegatie

Via taakdelegatie kunnen BIG-geregistreerde medewerkers onderdelen van de sociaal‑medische beoordeling uitvoeren onder verantwoordelijkheid van de verzekeringsarts. Daarbij geldt als noodzakelijke voorwaarde dat deze medewerkers aantoonbaar bekwaam en bevoegd zijn tot het uitvoeren van de taken die aan hen worden gedelegeerd en dat de gedelegeerden de geldende protocollen volgen. De Nederlandse Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde (NVVG) komt eind 2021 met een aangepaste handreiking taakdelegatie. Daarna wordt bekeken in hoeverre aanpassing van wet- en regelgeving noodzakelijk is. In augustus 2021 werkte 70,3% van onze geregistreerde verzekeringsartsen in vaste dienst met taakdelegatie. Dit is 9,3% meer dan in december 2020.