In maart 2020 veranderden de omstandigheden ingrijpend door het uitbreken van het COVID‑19‑virus (verder aangeduid als corona). De maatregelen die het kabinet in verband hiermee heeft genomen, hadden en hebben grote gevolgen voor de samenleving en de economie. Ook bij UWV waren de gevolgen direct merkbaar. Werkgevers begonnen in maart massaal beroep te doen op de regeling voor werktijdverkorting. Al snel werd duidelijk dat de toestroom zo groot was dat de regeling niet meer uitvoerbaar was. Tegelijkertijd nam het aantal WW‑aanvragen explosief toe. Op 17 maart lanceerde het kabinet een breed economisch steunpakket. Een van de aangekondigde maatregelen was de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW), bedoeld om noodlijdende bedrijven financieel tegemoet te komen en werkgelegenheid te behouden.
De NOW is in ongekend tempo tot stand gekomen. De regeling is in twee weken ontworpen door medewerkers van UWV en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Gelijktijdig heeft UWV, ook in twee weken, een volledig aanvraagproces ontworpen en gerealiseerd, inclusief een digitaal aanvraagformulier voor werkgevers, een berekenings- en controlesysteem en een specifiek voor de NOW ontworpen betaalproces. In dezelfde periode zijn op verschillende plekken in het land afdelingen ingericht. Er zijn medewerkers aangetrokken en opgeleid voor de afhandeling van de klantcontacten, de uitval uit het geautomatiseerde proces, de controles op de betalingen en de aanmaak en verzending van brieven en beschikkingen. Er was haast geboden, werkgevers moesten een beroep op de NOW kunnen doen vóór de salarisbetalingen van april. Na een uitgebreide test, die binnen een week kon worden afgerond, ging het NOW‑loket op 6 april open, drie weken na de start half maart. Op de eerste dag ontvingen we ruim 35.000 digitale aanvragen en ruim 4.000 telefoontjes. Drie dagen later werden al de eerste voorschotten uitbetaald aan ruim 9.000 werkgevers. Deze snelle en soepele gang van zaken leverde ons veel complimenten op van werkgevers en ook vanuit de Tweede Kamer. Het onverwachte werkbezoek dat de koning op 21 april aan ons NOW‑hoofdkwartier bracht, betekende een kroon op het werk van alle betrokken medewerkers.
De succesvolle ontwikkeling van de NOW is in hoge mate te danken aan de grote aandacht voor alle uitvoeringsaspecten tijdens het ontwerp van de regeling en de intensieve samenwerking tussen UWV en het ministerie van SZW, en binnen UWV tussen alle betrokken bedrijfsonderdelen. Na de NOW werd UWV gevraagd ook de uitvoering van de Tijdelijke Overbruggingsregeling voor Flexibele Arbeidskrachten (TOFA) op zich te nemen. Ook deze regeling is in snel tempo op poten gezet; het loket voor de TOFA ging op 22 juni open. In dit hoofdstuk gaan we nader in op de uitvoering en de resultaten van beide regelingen, op de ontwikkeling van de WW en in hoofdlijnen op de gevolgen voor onze dienstverlening. In de volgende hoofdstukken doen we dat laatste meer in detail.
Steunmaatregelen
Dankzij de snelle invoering van de NOW konden werkgevers hun werknemers doorbetalen en bleven veel banen behouden. Hiervoor was het van cruciaal belang dat werkgevers hun loonaangiften bleven aanleveren, en dat deden ze. De loonaangiftegegevens in de polisadministratie vormen namelijk de grondslag voor alle primaire beslissingen en de beslissingen op bezwaar voor de tijdelijke noodmaatregelen. Inmiddels zijn we bezig met de uitvoering van de NOW 3.
Tabel NOW-voorschotaanvragen
NOW 1 | NOW 2 | NOW 3.1 | |
Aantal ingediende aanvragen | 148.300 | 65.400 | 81.500 |
Aantal toegekende aanvragen | 139.500 | 63.700 | 77.700 |
Aantal betrokken werknemers | 2,7 miljoen | 1,3 miljoen | 1,3 miljoen |
Totaal uitgekeerd bedrag aan voorschotten* | € 7,9 miljard | € 4,3 miljard | € 2,8 miljard |
- * Van de € 15,0 miljard die aan voorschotten is uitbetaald, is € 0,7 miljard later terugbetaald door werkgevers omdat ze bij nader inzien toch geen gebruik van de regeling wilden maken. Hierdoor is per saldo € 14,3 miljard aan voorschotten verstrekt voor de NOW 1, de NOW 2 en de NOW 3.1. Het saldo van nabetalingen en terugvorderingen bij de definitieve vaststelling bedroeg € 0,3 miljard. Hiermee komt het bedrag dat in 2020 daadwerkelijk aan de NOW is uitgegeven op € 14,0 miljard.
Uit de NOW-regelingen vloeit voort dat de uiteindelijke vaststelling van de subsidie, behalve van het al dan niet voldoen aan een aantal subsidievoorwaarden, vooral afhangt van ontwikkelingen bij de werkgever in het boekjaar ten aanzien van de loonsommen en het uiteindelijke omzetverlies. Als gevolg van deze voorwaarden en de timing van de vaststellingen (tot en met eind februari 2021 is slechts circa 4,8% van de voorschotten vastgesteld) is er sprake van inherente onzekerheid over de uiteindelijk vast te stellen subsidiebedragen. Voor meer informatie hierover verwijzen wij naar de jaarrekening, paragraaf Toelichting op de staat van baten en lasten onder het kopje Subsidies NOW.
NOW 1
Werkgevers konden vanaf 6 april 2020 een tegemoetkoming in de loonkosten aanvragen over de maanden maart tot en met mei, op voorwaarde dat ze hun personeel gewoon doorbetaalden. Ze moesten daarbij aangeven over welke drie aaneengesloten maanden gedurende het tijdvak maart tot en met juli 2020 ze het meeste omzetverlies verwachtten. De tegemoetkoming was maximaal 90% bij een omzetverlies van 100% en evenredig minder bij een lager omzetverlies. Het voorschot ter hoogte van 80% van de tegemoetkoming is uitbetaald in drie maandtermijnen. De eerste aanvraagperiode voor de NOW (de NOW 1) is per 6 juni gesloten. Vooral werkgevers uit de sectoren horeca, detailhandel en overige commerciële dienstverlening hebben een beroep op de NOW 1 gedaan. Werkgevers die gebruikmaakten van de NOW 1 mochten hun personeel niet ontslaan. Werkgevers die toch een ontslagaanvraag hebben ingediend, hebben we telefonisch gewezen op de mogelijkheid om de ontslagaanvraag in te trekken. Voor werkgevers die de ontslagaanvraag niet (tijdig) introkken, gold een extra korting van 150% van de loonkosten van de werknemers voor wie ontslag is aangevraagd.
Werkgevers kunnen sinds 7 oktober 2020 een aanvraag indienen voor de definitieve vaststelling van de NOW 1. Daarbij moeten ze een opgave doen van hun daadwerkelijke omzetverlies gedurende de door hen bij de aanvraag gekozen drie aaneengesloten maanden. Alle 139.500 werkgevers die gebruik hebben gemaakt van de NOW 1 hebben een mailing ontvangen met daarin tekst en uitleg over het vaststellingsproces. Op 30 september verscheen hierover ook een persbericht. Een uitgebreid team staat klaar om eventuele vragen van werkgevers te beantwoorden. Werkgevers kunnen tot en met 31 oktober 2021 een aanvraag voor de definitieve vaststelling indienen. Of daarbij een deskundige derdenverklaring dan wel een accountantsverklaring nodig is, hangt af van de hoogte van het voorschot- en subsidiebedrag. UWV heeft vervolgens maximaal 52 weken om de aanvraag af te handelen. Voor de vaststelling van de NOW 1‑subsidie zijn tot en met 25 februari 2021 41.900 aanvragen ontvangen. Inmiddels zijn 12.000 nabetalingen verricht voor een bedrag van circa € 52 miljoen; er zijn bijna 21.000 vorderingen ingesteld voor een bedrag van circa € 291 miljoen. Het bedrag aan definitief afgerekende voorschotten is € 688 miljoen.
Er zijn tot en met 22 februari 2021 4.481 bezwaren tegen NOW 1‑voorschotbeslissingen ingediend. Dat zijn er veel meer dan de 400 waarmee we aanvankelijk rekening hielden en ook de 3.000 waarmee we later rekening hielden. We kregen veel bezwaren omdat er in eerste instantie niet met de bezwaarindiener werd gebeld om de beslissing toe te lichten – zoals dat regulier wel gebeurt bij een ingrijpende beslissing. Na communicatie met de betrokkenen werd 34% van de bezwaren ingetrokken. In december zijn de eerste bezwaren tegen de definitieve afrekening voor de NOW 1 ontvangen. Tot en met 22 februari waren het er 1.242. We houden er rekening mee dat we in 2021 een aanzienlijke hoeveelheid bezwaren tegen de definitieve afrekening van de verschillende NOW‑regelingen zullen ontvangen.
NOW 2
Vanaf 6 juli 2020 konden werkgevers een aanvraag indienen voor de NOW 2. Deze tweede aanvraagperiode voor de regeling liep tot en met 31 augustus 2020. Werkgevers met minimaal 20% omzetverlies over een periode van vier aaneengesloten maanden kwamen in aanmerking voor een tegemoetkoming in de loonkosten voor de maanden juni tot en met september, op voorwaarde dat ze hun personeel doorbetalen. Het voorschot is in twee termijnen uitgekeerd. Bij grote ontslagaanvragen (twintig werknemers of meer) waarover geen overeenstemming is bereikt met de vakbonden of via een mediationtraject, wordt de werkgever 5% gekort op zijn uiteindelijke NOW‑subsidie. Bij andere ontslagaanvragen geldt een korting van 100% van de loonkosten van de werknemers voor wie ontslag is aangevraagd. Tegen 1.042 van de NOW 2‑voorschotbeslissingen is bezwaar aangetekend, dat zijn er veel minder dan de verwachte 3.000. Het aantal bezwaarzaken dat na communicatie met de indiener is ingetrokken, was nu 21%. Werkgevers kunnen vanaf 15 maart 2021 een aanvraag voor de definitieve vaststelling van de NOW 2 indienen.
NOW 3
Eind augustus 2020 presenteerde het kabinet zijn plannen voor een langer durende regeling vanaf oktober. Voor werkgevers geldt daarbij een inspanningsverplichting om mee te werken aan de begeleiding van met ontslag bedreigde medewerkers naar nieuw werk. Werkgevers konden vanaf 16 november 2020 aanvragen indienen voor het eerste tijdvak (de derde aanvraagperiode van 1 oktober tot en met 31 december 2020, voor de NOW 3.1). Het tweede tijdvak (de vierde aanvraagperiode, voor de NOW 3.2) loopt van 1 januari tot en met 31 maart 2021 en het derde tijdvak (de vijfde aanvraagperiode, voor de NOW 3.3) van 1 april tot en met 30 juni 2021. Voor elk tijdvak kan een werkgever besluiten om wel of geen aanvraag in te dienen. Werkgevers konden oorspronkelijk een aanvraag voor de NOW 3.1 indienen tot en met zondag 13 december 2020. Nadat het kabinet de volgende avond de tweede lockdown aankondigde, is het loket op dinsdag 15 december weer geopend tot en met 27 december. Er zijn 2.053 bezwaren ingediend tegen NOW 3.1‑voorschotbeslissingen. Voor deze regeling kunnen er in 2021 ook nog bezwaren binnenkomen. Werkgevers kunnen sinds 15 februari 2021 een aanvraag indienen voor de NOW 3.2; het loket sluit op 14 maart.
TOFA
UWV heeft ook de Tijdelijke Overbruggingsregeling voor Flexibele Arbeidskrachten (TOFA) uitgevoerd. Deze regeling gaf flexibele arbeidskrachten voor de maanden maart, april en mei recht op een tegemoetkoming van € 550 per maand, mits ze konden aantonen dat ze in februari 2020 minimaal € 400 aan brutoloon hadden verdiend en in maart ook inkomsten hadden. Het inkomen in april moest minstens 50% lager zijn dan in februari en mocht niet hoger zijn dan € 550 bruto. Vanwege het lage aantal aanvragen is op social media extra aandacht aan de TOFA besteed en is de aanvraagperiode met twee weken verlengd tot en met 26 juli.
De uitvoering van de TOFA is goed verlopen. Er zijn bijna 23.300 aanvragen verwerkt. Daarvan is 51% afgewezen. Bij ruim 12% van de afgewezen aanvragen was er geen sprake van een minimaal inkomstenverlies van 50%, bij ruim 55% heeft de aanvrager te weinig salaris ontvangen in februari of te veel in april. Er is in totaal € 18,6 miljoen uitbetaald. Per 1 december 2020 is het geautomatiseerde proces stopgezet waarmee we aanvragen verwerkten, het recht op een tegemoetkoming bepaalden, beschikkingen verstuurden en de tegemoetkomingen uitbetaalden. Voor de betaling van enkele gegronde bezwaren en mogelijke uitspraken van beroepszaken in 2021 is in januari 2021 een handmatig proces ingericht. Tegen TOFA‑beslissingen zijn 3.142 bezwaren ingediend. Deze zijn inmiddels allemaal afgehandeld; 31% ervan is na telefonisch contact met de bezwaarindiener ingetrokken.
Aanvullende crisisdienstverlening
We richten, samen met gemeenten en sociale partners, 35 regionale mobiliteitsteams plus een landelijk ondersteunend team in. Deze teams gaan werknemers voor wie ontslag dreigt van werk naar werk begeleiden. Hiermee kunnen voor het eerst ook mensen zonder uitkering gebruikmaken van publieke arbeidsbemiddeling. In november zijn we met elkaar, op verzoek van de Landelijke Stuurgroep Mobiliteit SZW, gestart met regionale mobiliteitsteams in de arbeidsmarktregio’s Groot Amsterdam, Midden‑Brabant en Midden‑Utrecht. Het ministerie van SZW heeft een aantal activiteiten, zoals de inrichting van de 35 regionale mobiliteitsteams, vastgelegd in de Tijdelijke regeling aanvullende crisisdienstverlening COVID‑19.
UWV is in december 2020 begonnen met de voorbereidingen voor de uitvoeringstoets op deze regeling, vooruitlopend op het formele verzoek van het ministerie van SZW in januari 2021. Daarnaast zijn voorbereidingen gestart om zodra de regeling definitief is uitvoering te gaan geven aan de aanvullende crisisdienstverlening. In de ministeriële regeling staat de invulling van de regionale mobiliteitsteams centraal, met de daarvoor beschikbare gestelde budgetten om mensen die hun baan dreigen te verliezen van werk naar werk te begeleiden. Er is budget beschikbaar gesteld voor de personele bezetting en de bedrijfskosten van een regionaal mobiliteitsteam. Daarnaast is er budget om gebruik te maken van elkaars ingekochte dienstverlening en om meer te doen voor de doelgroep van de banenafspraak en aan praktijkleren. Vooruitlopend op de landelijke inrichting van de regionale mobiliteitsteams heeft UWV per 7 december 2020 een aantal WW‑dienstverleningsmodules beschikbaar gesteld voor de van‑werk‑naar‑werkdienstverlening. Zie hiervoor ook paragraaf Dienstverlening in de arbeidsmarktregio’s onder het kopje Mobiliteitsdienstverlening.
WW
Na het uitbreken van de coronacrisis nam het aantal WW‑aanvragen explosief toe. In april ontvingen we vier keer zo veel aanvragen als in de maanden ervoor, waarna dit aantal tot en met december weer afnam. Het aantal lopende WW‑uitkeringen nam toe van 240.200 per eind februari naar 301.100 per eind mei. Vervolgens is het aantal lopende WW‑uitkeringen gedaald tot 285.700, wat bijna 28% meer is dan eind december 2019. De toename van het aantal uitkeringen verschilt per sector. De grootste toename doet zich voor bij de horeca, het personenvervoer, de reisbranche en de cultuur-, sport- en recreatiesector. Het aantal WW‑uitkeringen nam in 2020 in alle leeftijdsklassen toe. De stijging was verreweg het grootst bij de jongeren: het aantal uitkeringen aan jongeren is meer dan verdubbeld. Het aantal nieuwe WW‑uitkeringen nam met 45% toe ten opzichte van 2019. De grootste toename daarbij deed zich voor bij dienstverlenende beroepen (92% meer dan in 2019). Voor meer informatie over de ontwikkeling van de WW, zie paragraaf Inkomenszekerheid bieden onder het kopje Uitkeringsvolumes.
Gevolgen voor de dienstverlening van UWV
In verband met de coronacrisis hebben we moeten besluiten welke dienstverlening we konden laten doorlopen en voor welke dienstverlening we maatregelen moesten nemen – bijvoorbeeld voor fysieke dienstverlening. De genomen maatregelen hebben we onderverdeeld in de volgende drie categorieën.
Besluiten borging dienstverlening/omgang met de beperkingen
We hebben op basis van de rijksrichtlijnen – zoals de oproep om vooral thuis te werken en fysiek contact te vermijden – onze processen aangepast om tijdens de coronacrisis zo veel mogelijk dienstverlening te kunnen blijven bieden. Zo hebben we half maart besloten bepaalde werkzaamheden tijdelijk op te schorten en alle face‑to‑facecontacten stop te zetten. Waar mogelijk zijn daar telefoongesprekken voor in de plaats gekomen. In sommige situaties is face‑to‑facecontact of lichamelijk onderzoek echter noodzakelijk, bijvoorbeeld bij sociaal‑medische beoordelingen en fysieke controles. Ook hebben we waar nodig naar alternatieve werkwijzen gezocht, zoals het gebruik van e‑mail waar postbezorging in het buitenland niet mogelijk was. Vanaf half juni hebben we onze kantoren weer beperkt opengesteld, met een maximale bezettingsgraad van 25%. We voerden er weer sociaal‑medische beoordelingen uit waarbij lichamelijk onderzoek of face‑to‑facecontact noodzakelijk is – zie hiervoor ook paragraaf Sociaal‑medische beoordelingen. Ook de face‑to‑facegesprekken in onze op werk gerichte dienstverlening hebben we vanaf juni stap voor stap hervat, volgens een strikte prioritering – zie verder hoofdstuk Dienstverlening gericht op werk.
Besluiten die klanten coulance bieden
Om onze dienstverlening gedurende de coronacrisis zo veel mogelijk op peil te houden, hebben we maatregelen genomen in de dienstverlening. We zijn uitkeringsgerechtigden waar mogelijk welwillend tegemoet getreden door termijnen te verlengen of door coulant om te gaan met wat er van hen gevraagd wordt, zoals bij het nakomen van verplichtingen of het verschijnen op een spreekuur. In overleg met het ministerie van SZW is eind 2020 besloten om deze tijdelijke maatregelen in januari 2021 stop te zetten. We gaan dieper in op de belangrijkste maatregelen in paragraaf Inkomenszekerheid bieden onder het kopje Werkzaamheden opgeschort en in paragraaf Dienstverlening voor WW’ers onder het kopje Aanpassingen van de dienstverlening vanwege de coronacrisis.
Besluiten in verband met de capaciteit van UWV
Onze medewerkers werken hard door; voor het overgrote deel nog steeds vanuit huis. De werkdruk is flink toegenomen. We focussen op het continueren van de essentiële dienstverlening en kritieke bedrijfsprocessen. Dat betekent dat we prioriteiten hebben moeten aanbrengen: sommige werkzaamheden en projecten hebben vertraging opgelopen of zijn tijdelijk stopgezet. Om alle extra werkzaamheden aan te kunnen, hebben we meer personeel nodig, dat vaak opleiding nodig heeft. We hebben in 2020 circa 1.200 extra fte’s aangetrokken voor een aantal bedrijfsonderdelen (600 voor onze divisie Uitkeren, ruim 300 voor de divisie Werkbedrijf, met nog eens circa 60 voor afdeling Arbeidsjuridische dienstverlening, bijna 200 voor onze divisie Klant en Service, 40 voor het directoraat Bezwaar en Beroep en 26 voor de afdeling Bijzondere zaken WW van de divisie Sociaal Medische Zaken). Om nieuwe medewerkers op te leiden en klaar te stomen, is de inzet van ervaren medewerkers nodig en dat gaat weer ten koste van de capaciteit.