In de UWV Kennisagenda benoemen we wat we de komende jaren aan onderzoeken willen doen. Wij voeren analyses uit op maatschappelijk relevante thema’s en doen daar voorspellingen over. Daarnaast voeren we onderzoeken uit die ons helpen om onze dienstverlening verder te verbeteren. Verder verzorgt UWV actuele informatie en advies over de landelijke, regionale en sectorale arbeidsmarkt.
In 2020 zijn de volgende resultaten bereikt bij het ontwikkelen en toepassen van kennis binnen UWV.
Nieuwe UWV Kennisagenda 2020–2021
In februari 2020 is de nieuwe UWV Kennisagenda 2020–2021 gepubliceerd. De nieuwe UWV Kennisagenda bouwt voort op de voorgaande, waarbij twee grote programma’s doorlopen, namelijk Weten wat werkt en Professionalisering en vakmanschap. Daarnaast zijn er twee nieuwe UWV‑brede kennisthema’s benoemd: Doenvermogen en Werkgevers beter begrijpen. Medewerkers uit alle betrokken bedrijfsonderdelen hebben in 2020 beide thema’s gezamenlijk verder ingevuld en de eerste concrete onderzoeksprojecten zijn van start gegaan. De stuurgroep Kennisagenda zal de voortgang monitoren.
Doenvermogen
In navolging van de aanbeveling van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) dat de overheid meer rekening moet houden met het doenvermogen van burgers, heeft UWV dit als apart kennisthema benoemd in de UWV Kennisagenda. We onderzoeken hoe UWV beter kan aansluiten bij het doenvermogen van klanten en hoe we basisvaardigheden van klanten kunnen versterken. In 2020 is allereerst in kaart gebracht wat doenvermogen betekent voor UWV en welke elementen belangrijk zijn. Op basis daarvan zijn we in 2020 begonnen met de ontwikkeling van een doenvermogentoets voor UWV. Hiermee kunnen we meten in hoeverre nieuwe en bestaande werkprocessen en dienstverlening van UWV een beroep doen op doenvermogen van burgers. Vervolgens kunnen we in kaart brengen waar te veel doenvermogen wordt gevraagd en welke oplossingen mogelijk zijn. Oplevering van de toets staat gepland voor 2021. Met behulp van de doenvermogentoets onderzoeken we ook op welke wijze we de belangrijkste pijnpunten in bestaande processen en dienstverlening kunnen verbeteren. Ook loopt er een onderzoek naar basisvaardigheden zoals taal-, reken- en digitale vaardigheid.
Werkgevers beter begrijpen
Werkgevers hebben met verschillende vraagstukken te maken waarbij UWV in beeld komt, zoals het zoeken van personeel, het voldoen aan de banenafspraak, het ontslag van personeel, het ziek worden van personeel en niet te vergeten – nu zeer actueel met de NOW‑regeling – het overnemen van loonverplichtingen. Dit raakt het werk van verschillende divisies binnen UWV. In dit kennisthema delen we UWV‑breed kennis over werkgevers en hun behoeften, om de dienstverlening aan werkgevers te verbeteren. In 2020 zijn vier deelonderzoeken gestart die in 2021 doorlopen:
-
Trends en ontwikkelingen werkgeversdienstverlening: We schetsen relevante trendontwikkelingen op de arbeidsmarkt en de implicaties ervan voor UWV. Op deze manier bieden we aanknopingspunten om de dienstverlening aan te passen aan toekomstgerichte ontwikkelingen en handvatten voor het dienstverleningsconcept.
-
Werkgeversdienstverlening in samenhang: Dit onderzoek moet inzicht verschaffen in de verschillende rollen van UWV tegenover werkgevers en de optimale manier om deze te combineren. Dit biedt praktische handvatten om de dienstverlening van UWV aan werkgevers vanuit één UWV‑beleving te laten plaatsvinden.
-
Leren van werkgeverservaringen: We kunnen de aanwezige kennis over en de ervaringen van UWV met werkgeversdienstverlening beter benutten. Daarom willen we doelgericht gebruik ervan stimuleren.
-
Data inzichten werkgevers: We gaan de aanwezige dataregistraties van werkgevers breder toegankelijk maken, waardoor medewerkers werkgevers beter van dienst kunnen zijn. En we gaan deze kennis structureel met elkaar delen.
Weten wat werkt
Met het kennisprogramma Weten wat werkt wil UWV de kennis vergroten over de effectiviteit van de dienstverlening om mensen aan het werk te helpen en zo deze dienstverlening verbeteren. Er loopt een langdurig kwantitatief onderzoek en ook een kwalitatief onderzoek naar de effecten van de dienstverlening aan WW’ers. De eerste rapporten hierover publiceert UWV naar verwachting in het eerste kwartaal van 2021. Daarnaast werkt UWV samen met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) in het kennisprogramma Onbeperkt aan het Werk aan onderzoek naar de effectiviteit van dienstverlening voor mensen met een arbeidsbeperking. In 2020 en 2021 loopt ook onderzoek naar de effecten van de dienstverlening aan de Wajong‑populatie. Dit onderzoek bestaat uit drie delen. Allereerst een cijfermatige beschrijving van de populatie Wajongers met arbeidsvermogen en een bestandsonderzoek naar hun re‑integratie- en arbeidsmarktpatronen, gevolgd door een kwantitatieve en een kwalitatieve evaluatie. De eerste twee onderzoeksrapporten zijn inmiddels klaar. Tot slot loopt er sinds 1 oktober 2019 een driejarig onderzoek naar de effectiviteit van dienstverlening aan WGA’ers met arbeidsvermogen, zowel met een gedeeltelijke (35-80%) als met een volledige (80-100%) uitkering. Naast deze driejarige kwantitatieve studie zijn in 2020 de voorbereidingen getroffen voor een kwalitatief onderzoek naar de rol van de klant in het re‑integratieproces. Dit onderzoek gaat in 2021 van start.
In 2020 hebben we het onderzoek Wat kopen we in voor wie gepubliceerd. Dit geeft inzicht in de ontwikkeling van het aantal ingekochte re‑integratiediensten (waaronder scholing), de mate van succes, de verantwoording daarvan, hoeveel mensen werk hebben gevonden en de vervolgdienstverlening aan uitkeringsgerechtigden die het werk (nog) niet hebben hervat. Verder zijn de rapporten Succesfactoren voor post‑initiële arbeidsmarktgerichte scholing, Scholing van UWV‑klanten met een arbeidsbeperking en Extra scholingsmogelijkheden voor WGA’ers gepubliceerd. De onderzoeken laten onder andere zien dat scholing voor mensen met een arbeidsbeperking een succesvol re‑integratiemiddel is, maar nog op beperkte schaal wordt ingezet. Op basis van de onderzoeken heeft UWV besloten om de werkprocessen en dienstverlening aan te passen, onder andere door adviseurs werk op te leiden tot scholingsexpert, uitbreiding van de capaciteit van de adviseurs, een training Hoe koop ik wat in en uitbreiding van het trainingsaanbod voor werkzoekenden met trainingen basisvaardigheden. Mensen die werken met een jobcoach krijgen toch vaak te maken met baanbeëindigingen. Daarom is UWV eind 2020 onderzoek gestart om te achterhalen of er verbetermogelijkheden zijn in de dienstverlening aan Wajongers die hun baan dreigen te verliezen en of daarvoor aanpassingen in wetgeving enerzijds en inrichting van de dienstverlening anderzijds nodig zijn. In samenwerking met de brancheorganisaties OVAL en Noloc, de beroepsvereniging uitvoerders in het sociaal domein SAM en de Nederlandse Vereniging van Arbeidsdeskundigen (NVvA) is in juli 2020 een SUWI‑subsidieonderzoek gestart dat doorloopt tot medio 2021. Dit onderzoek heeft tot doel de afwegingen in beeld te brengen om dienstverlening in te zetten van professionals in de hele keten, dus bij opdrachtgevers (UWV en gemeenten) en opdrachtnemers (re‑integratiebedrijven en jobcoachorganisaties). Doel is om deze afwegingen met elkaar te delen om van elkaar te leren.
Professionalisering en vakmanschap
Binnen dit thema onderzoeken we allereerst UWV‑breed hoe resultaten van onderzoek beter benut kunnen worden door verschillende soorten professionals. Als eerste stap heeft UWV in 2020 een onderzoek gepubliceerd waarin belangrijke voorwaarden voor acceptatie van onderzoek en innovatie in kaart zijn gebracht. Hieruit blijkt dat de perceptie van de medewerker over het product bepalend is voor acceptatie, hoe belangrijk het is dat gebruikers en managers in een vroeg stadium van de ontwikkeling van een innovatie inspraak hebben en dat het management een cruciale rol speelt in het scheppen van een klimaat waar ruimte is voor kennisgedreven werken. In vervolgonderzoek gaan we na hoe UWV via gedragsmethodieken deze voorwaarden positief kan beïnvloeden om innovatie en kennisgedreven werken te bevorderen. Daarnaast onderzoeken we hoe we de methode voor de beoordeling van arbeids(on)geschiktheid van klanten door UWV‑professionals kunnen verrijken met andere type kenmerken en gegevens van de klant, zoals informatie over zijn vaardigheden. UWV heeft hier in 2020 literatuuronderzoek naar gedaan. Tot slot doen we onderzoek om een instrument te ontwikkelen dat UWV‑medewerkers ondersteunt bij het signaleren dat een uitkeringsgerechtigde klachten veinst. De resultaten van dit lopende onderzoek worden in 2021 verwacht.
Overig onderzoek en kennisproducten
Naast de onderzoeken die specifiek onder de vier UWV‑brede thema’s van de Kennisagenda 2020–2021 vallen, doen we nog meer onderzoek en begeleiden we subsidieonderzoek. In dit door de coronacrisis gedomineerde jaar was de arbeidsmarktinformatie van UWV een belangrijke bron van informatie.
Arbeidsmarkt
UWV verzorgt maandelijks actuele informatie en advies over (ontwikkelingen op) de landelijke, regionale en sectorale arbeidsmarkt. Hiermee ondersteunen we werkzoekenden, werkgevers en beleidsmakers bij het maken van arbeidsmarktkeuzes. Daarbij hebben we niet alleen aandacht voor de huidige stand van zaken en kortetermijnontwikkelingen, maar ook voor ontwikkelingen op de langere termijn. In 2020 verschenen vooral publicaties die inspeelden op de actuele coronasituatie. Voor het ondersteunen van mensen die op zoek moesten naar ander werk, hebben we ter inspiratie verschillende publicaties uitgebracht, zoals het inzicht in kansrijke en minder kansrijke beroepen. Ook boden we alternatieven om, vanuit het oude beroep, kansrijkere stappen te zetten in de loopbaan. Daarnaast verscheen in de 35 arbeidsmarktregio’s de jaarlijkse publicatie Regio in Beeld, die als input kan dienen voor beleidsmakers op het gebied van actief arbeidsmarktbeleid. Zie ook paragraaf Dienstverlening in de arbeidsmarktregio’s, onder het kopje Arbeidsmarktinformatie.
Pilots Technologie en Inclusie (CTI)
UWV is lid van de Coalitie voor Technologie en Inclusie (CTI). De partijen die in april 2019 als winnaars uit de bus kwamen bij de door de CTI uitgeschreven challenge hebben in zeven pilots ervaren wat het concreet betekent om technologie op de werkvloer in te zetten voor mensen met een beperking. De coalitie wil van de pilots leren wat de impact is op de toegankelijkheid van werk, de kwaliteit van werk en de economische haalbaarheid. Verder wil de CTI leren welke (externe) barrières een verdere opschaling in de weg staan en wie met die barrières aan de slag moeten gaan. De pilots zijn in maart 2020 afgerond en de resultaten van het onderzoek naar de pilots zijn in oktober gepubliceerd. Een belangrijke uitkomst was dat technologie waardevol is in termen van werkbehoud, werkplezier en taakuitbreiding voor mensen met een beperking. Ook bleek de inzet van technologie in een aantal gevallen meer op te leveren dan het kost. De CTI is bezig met het uitwerken van de vervolgplannen, regionale pilots zullen daarvan deel uitmaken. De vervolgplannen worden naar verwachting in het eerste kwartaal van 2021 bekendgemaakt.
Evidencebased en methodisch werken
UWV hecht aan evidencebased en methodisch werken. Daarom is kennisontwikkeling onmisbaar. We willen onze dienstverlening enerzijds doelmatiger en uniformer maken door zo veel mogelijk dezelfde modules en stappen te hanteren. Anderzijds spitsen we onze dienstverlening, waar dat relevant en mogelijk is, meer toe op de individuele klant. We maken hierbij gebruik van klantprofilering en triage (urgentiebepaling op basis van een vragenlijst) en/of targeting (zo veel mogelijk op een individu toespitsen). Hiermee is het mogelijk specifieke ondersteuning aan te bieden aan juist die klanten die daar daadwerkelijk baat bij hebben. Dat gebeurt bij de WW‑dienstverlening via de inzet van de Werkverkenner en de Keuzehulp. De Keuzehulp helpt adviseurs om zo effectief mogelijk advies voor dienstverlening te geven aan een werkzoekende, toegesneden op diens persoonlijke situatie. Vanwege de coronacrisis zijn face‑to‑facegesprekken met werkzoekenden niet mogelijk. De Keuzehulp is om die reden tijdelijk aangepast naar online en telefonische dienstverlening. De Keuzehulp is een‑op‑een verbonden met de voorspellende factoren voor werkhervatting van de Werkverkenner. Begin september 2020 is een nieuwe versie van de Werkverkenner landelijk in gebruik genomen. Deze nieuwe versie kent meer voorspellende factoren dan de voorgaande. De Keuzehulp is daarom vanaf september ook uitgebreid met informatie over effectieve dienstverlening voor de nieuwe factoren uit de Werkverkenner.
Een onderzoeker van het Kenniscentrum Verzekeringsgeneeskunde (KCVG), een samenwerkingsverband van Amsterdam Universitair Medisch Centrum, Universitair Medisch Centrum Groningen en UWV, doet een studie naar passende WIA/WGA‑dienstverlening. Zij ontwikkelt een instrument dat arbeidsdeskundigen en adviseurs intensieve dienstverlening kan ondersteunen bij het in beeld brengen van een WGA‑gerechtigde en bij het maken van een keuze voor passende dienstverlening. Deze keuzehulp helpt UWV bij het maken van de stap van werken op basis van ervaring naar methodisch werken op een wetenschappelijke basis. Tot slot is eind 2020 een proefschrift van een andere onderzoeker van het KCVG verschenen over een beslissingsondersteunend instrument op basis van data‑analytics. Uit dit onderzoek blijkt dat het instrument verzekeringsartsen mogelijk kan helpen bij het maken van prognoses over een toekomstige verandering in het werkvermogen van mensen die een WIA‑uitkering aanvragen.
Werk en uitkeringsgebruik Oost‑Europese arbeidsmigranten
In 2020 verscheen een proefschrift van een medewerker van UWV Kenniscentrum over werk en uitkeringsgebruik van Oost‑Europese arbeidsmigranten, andere migrantengroepen en Nederlandse werknemers. Uit het proefschrift blijkt dat Oost‑Europese arbeidsmigranten een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt hebben die hun beroep op de WW grotendeels verklaart. Zij werken in Nederland vaak met tijdelijke contracten in sectoren met een grote kans op werkloosheid. Daardoor hebben ze een vier keer zo grote kans om hun baan te verliezen als Nederlandse werknemers, en doen ze ook vaker een beroep op de WW. Het verschil in WW‑instroom kan voor bijna 90% worden toegeschreven aan baankenmerken. Dit betekent dat de rol van strategisch gedrag om gebruik te maken van de sociale zekerheid niet kan worden uitgesloten, maar dat andere factoren een veel groter gewicht in de schaal leggen. De combinatie van hun hogere instroom, kortere verblijfsduur en lagere uitkering leidt tot de conclusie dat het totale uitkeringsbeslag op de WW door Oost‑Europese arbeidsmigranten niet sterk afwijkt van dat van Nederlandse werknemers.