Aan de raad van bestuur van Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen
Verklaring over de jaarrekening 2020
Ons oordeel met beperking
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (‘UWV’), uitgezonderd de mogelijke gevolgen van de aangelegenheid beschreven in de paragraaf ‘De basis voor ons oordeel met beperking’, een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van UWV op 31 december 2020 en van het resultaat over 2020 in overeenstemming met de Wet SUWI artikel 49 lid 5, Regeling SUWI artikel 5.10a li 1 en 4, bijlage VI bij de Regeling SUWI punt 8 en 10.6.1-10.6.9, met uitzondering van 10.6.3 en 10.6.5, Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (‘BW’) en de bepalingen bij en krachtens de Wet normering topinkomens (‘WNT’).
Wat we hebben gecontroleerd
Wij hebben de in dit jaarverslag opgenomen jaarrekening 2020 van UWV te Amsterdam gecontroleerd. De jaarrekening van UWV bestaat uit:
-
de balans per 31 december 2020;
-
de staat van baten en lasten over 2020; en
-
de toelichting met de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en overige toelichtingen.
Het stelsel voor financiële verslaggeving dat is gebruikt voor het opmaken van de jaarrekening is de Wet SUWI artikel 49 lid 5, Regeling SUWI artikel 5.10a lid 1 en 4, bijlage VI bij de Regeling SUWI punt 8 en 10.6.1-10.6.9, met uitzondering van 10.6.3 en 10.6.5, Titel 9 Boek 2 BW en de bepalingen bij en krachtens de WNT.
De basis voor ons oordeel met beperking
Bevindingen die hebben geleid tot ons oordeel met beperking
In de staat van baten en lasten zijn de subsidies NOW verantwoord voor een bedrag van € 14 miljard, zijnde de programmakosten voor de tijdelijke Noodmaatregelen Overbrugging Werkgelegenheid 1, 2 en 3.1 (derde tranche). Tevens is er voor € 14 miljard aan gerelateerde baten voor Rijksbijdragen NOW opgenomen. In paragraaf Subsidies NOW (14) van de jaarrekening is toegelicht dat vanwege de urgentie een systematiek van snelle bevoorschotting is opgezet op basis van loonsom over de referteperiode en geschat omzetverlies. De vaststelling van de subsidie vindt achteraf plaats, op basis van met name het gerealiseerde omzetverlies en de gerealiseerde loonsom. Bij de beoordeling door UWV van de vaststellingsaanvraag van de subsidies vinden controles plaats op het percentage gerealiseerd omzetverlies en de gerealiseerde loonsom van de aanvrager, waarmee tevens aspecten van misbruik & oneigenlijk gebruik‑risico’s ondervangen zouden moeten worden. De definitieve subsidievaststelling kan leiden tot terugvorderingen of nabetalingen van de subsidies NOW waarvan de daadwerkelijke omvang per 31 december 2020 nog niet kwantificeerbaar is. De finale termijnen voor het indienen van het verzoek tot definitieve subsidievaststelling liggen geruime tijd na de datum van vaststelling van de jaarrekening 2020. Als inherent gevolg van de opzet van de regeling en daarmee de status (het overgrote deel van de subsidiëring betreft voorschotten) en de constatering dat de beschikbare vaststellingen niet voldoende representatief zijn, bestaat materiële onzekerheid over de inschatting van de daadwerkelijke omvang van de subsidies NOW. Hierdoor zijn wij niet in staat om voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen over de juistheid en volledigheid van de verantwoorde lasten van de subsidies NOW over 2020, de gerelateerde Rijksbijdragen en gerelateerde balansposten per 31 december 2020.
De basis voor onze controle
Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestandaarden en de Regeling Controleprotocol WNT 2020 vallen. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de paragraaf Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening.
Wij vinden dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel met beperking.
Onafhankelijkheid
Wij zijn onafhankelijk van UWV zoals vereist in de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assuranceopdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA).
Benadrukking van ‘inherente beperkingen uitkeringen, subsidies NOW en premiebaten als gevolg van wettelijke verantwoordelijkheden in loonaangifteketen en keuzes en beperkingen in het uitgevoerde rechtshandhavingsbeleid’
In de sectie Loonaangifteketen en polisadministratie van het jaarverslag wordt uiteengezet dat de Belastingdienst, CBS en UWV zelfstandige organisaties zijn, met eigen, wettelijk opgedragen taken. De Belastingdienst is in de loonaangifteketen verantwoordelijk voor de inning van de premies werknemersverzekeringen, het inwinnen van de daaraan gerelateerde gegevens op werkgevers- en werknemersniveau en voor het toezicht op de volledigheid, juistheid en kwaliteit van de aan UWV aangeleverde nominatieve gegevens. De door de Belastingdienst aangeleverde nominatieve gegevens worden door UWV beheerd in de polisadministratie en vormen de basis voor de berekening van de uitkeringen en subsidies NOW door UWV.
Wij vestigen tevens de aandacht op de secties Algemeen beleid ter beperking van misbruik en oneigenlijk gebruik en Premieontvangsten Belastingdienst van de jaarrekening. In deze secties wordt uiteengezet dat er onzekerheid blijft bestaan omtrent de juistheid en de volledigheid van door belanghebbenden zelf verstrekte gegevens als gevolg van:
-
de beperkingen in het rechtshandhavingsbeleid van de Belastingdienst;
-
de keuzes in het door UWV gevoerde beleid ter beperking van misbruik en oneigenlijk gebruik.
De daarmee samenhangende inherente onzekerheid over de juistheid van de uitkeringen, de juistheid van mogelijke terugvorderingen en de volledigheid van de ontvangen premies is door de raad van bestuur van UWV geëvalueerd bij het opmaken van de jaarrekening. Deze onzekerheden doen naar het oordeel van de raad van bestuur van UWV geen afbreuk aan het getrouwe beeld van de jaarrekening.
Ons oordeel is niet aangepast als gevolg van deze aangelegenheid.
Naleving anticumulatiebepaling WNT niet gecontroleerd
In overeenstemming met het Controleprotocol WNT 2020 hebben wij de anticumulatiebepaling, bedoeld in Artikel 1.6a WNT en artikel 5, lid 1, onderdelen n en o, Uitvoeringsregeling WNT, niet gecontroleerd. Dit betekent dat wij niet hebben gecontroleerd of er wel of niet sprake is van een normoverschrijding door een leidinggevende topfunctionaris vanwege eventuele dienstbetrekkingen als leidinggevende topfunctionaris bij andere WNT-plichtige instellingen, alsmede of de in dit kader vereiste toelichting juist en volledig is.
Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen andere informatie
Naast de jaarrekening en onze controleverklaring daarbij, omvat het jaarverslag andere informatie, die bestaat uit:
-
het voorwoord, Infographic, Kerncijfers, Focus in 2020: de gevolgen van de coronacrisis, 1. Dienstverlening gericht op werk, 2. Inkomensdienstverlening, 3. Overige dienstverlening, 4. Risicobeheersing, 5. Nieuw beleid, 6. Toekomstbestendige organisatie, 7. Financiën en bedrijfsvoering en 8. Governance; en
-
10. Overige gegevens.
Op grond van onderstaande werkzaamheden zijn wij van mening dat de andere informatie, uitgezonderd de mogelijke gevolgen van de aangelegenheid beschreven in de paragraaf ‘De basis voor ons oordeel met beperking’:
-
met de jaarrekening verenigbaar is en geen materiële afwijkingen bevat;
-
alle informatie bevat die op grond van Titel 9 Boek 2 BW en de Wet- en Regeling SUWI is vereist.
Wij hebben de andere informatie gelezen en hebben op basis van onze kennis en ons begrip, verkregen vanuit de controle van de jaarrekening of anderszins, overwogen of de andere informatie materiële afwijkingen bevat.
Met onze werkzaamheden hebben wij voldaan aan de vereisten in Titel 9 Boek 2 BW, de Wet en Regeling SUWI en de Nederlandse Standaard 720. Deze werkzaamheden hebben niet dezelfde diepgang als onze controlewerkzaamheden bij de jaarrekening.
De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de andere informatie, waaronder het bestuursverslag en de overige gegevens in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW en de Wet en Regeling SUWI.
Verantwoordelijkheden met betrekking tot de jaarrekening en de accountantscontrole
Verantwoordelijkheden van de raad van bestuur voor de jaarrekening
De raad van bestuur is verantwoordelijk voor:
-
het opmaken en het getrouw weergeven van de jaarrekening in overeenstemming met de Wet SUWI artikel 49 lid 5, Regeling SUWI artikel 5.10a lid 1 en 4, bijlage VI bij de Regeling SUWI punt 8 en 10.6.1-10.6.9, met uitzondering van 10.6.3 en 10.6.5, Titel 9 Boek 2 BW en de bepalingen bij en krachtens de WNT; en voor
-
een zodanige interne beheersing die de raad van bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fouten of fraude.
Bij het opmaken van de jaarrekening moet de raad van bestuur afwegen of UWV in staat is om haar werkzaamheden in continuïteit voort te zetten. Op grond van het genoemde verslaggevingsstelsel moet de raad van bestuur de jaarrekening opmaken op basis van de continuïteitsveronderstelling, tenzij het voornemen bestaat om UWV te liquideren of de bedrijfsactiviteiten te beëindigen of als beëindiging het enige realistische alternatief is. De raad van bestuur moet gebeurtenissen en omstandigheden waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of UWV haar bedrijfsactiviteiten kan voortzetten, toelichten in de jaarrekening.
Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening
Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht dat wij daarmee voldoende en geschikte controle‑informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel.
Onze doelstellingen zijn een redelijke mate van zekerheid te verkrijgen over de vraag of de jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of van fouten en een controleverklaring uit te brengen waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle afwijkingen van materieel belang ontdekken.
Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fraude of fouten en zijn materieel indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze jaarrekening nemen. De materialiteit beïnvloedt de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden en de evaluatie van het effect van onderkende afwijkingen op ons oordeel.
Een meer gedetailleerde beschrijving van onze verantwoordelijkheden is opgenomen in de bijlage bij onze controleverklaring.
Amsterdam, 22 maart 2021
PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.
drs. J. van Meijel RA
Bijlage bij onze controleverklaring over de wettelijke jaarrekening 2020 van UWV
In aanvulling op wat is vermeld in onze controleverklaring hebben wij in deze bijlage onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening nader uiteengezet en toegelicht wat een controle inhoudt.
De verantwoordelijkheden van de accountant voor de controle van de jaarrekening
Wij hebben deze accountantscontrole professioneel-kritisch uitgevoerd en hebben waar relevant professionele oordeelsvorming toegepast in overeenstemming met de Nederlandse controlestandaarden, de Regeling Controleprotocol WNT 2020, ethische voorschriften en de onafhankelijkheidseisen. Onze controle bestond onder andere uit:
-
Het identificeren en inschatten van de risico’s dat de jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fouten of fraude, het in reactie op deze risico’s bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude is het risico dat een afwijking van materieel belang niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing.
-
Het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle met als doel controlewerkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Deze werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit van de interne beheersing van UWV.
-
Het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en het evalueren van de redelijkheid van schattingen door de raad van bestuur en de toelichtingen die daarover in de jaarrekening staan.
-
Het vaststellen dat de door de raad van bestuur gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is. Ook op basis van de verkregen controle-informatie vaststellen of er gebeurtenissen en omstandigheden zijn waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of UWV haar bedrijfsactiviteiten in continuïteit kan voortzetten. Als wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij verplicht om aandacht in onze controleverklaring te vestigen op de relevante gerelateerde toelichtingen in de jaarrekening. Als de toelichtingen inadequaat zijn, moeten wij onze verklaring aanpassen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot de datum van onze controleverklaring. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat een organisatie haar continuïteit niet langer kan handhaven.
-
Het evalueren van de presentatie, structuur en inhoud van de jaarrekening en de daarin opgenomen toelichtingen en het evalueren of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de onderliggende transacties en gebeurtenissen.
Wij communiceren met de raad van bestuur onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante bevindingen die uit onze controle naar voren zijn gekomen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing.