Regelgeving op het gebied van werk en inkomen is voortdurend in beweging. Er komen nieuwe wetten en regels bij en bestaande wet- en regelgeving verandert. Deze wet- en regelgeving is vaak complex, met een groot aantal ingewikkelde en ICT‑gerelateerde wijzigingen.
We toetsen beleidsvoornemens in een zo vroeg mogelijk stadium op uitvoerbaarheid en geven aan waar we knelpunten voorzien. We maken afspraken met onze opdrachtgevers over het tempo waarin en de wijze waarop we het nieuwe beleid voorbereiden en uitvoeren. In dit hoofdstuk geven we een overzicht van wat er in 2020 in werking is gezet en gerealiseerd op het gebied van wet- en regelgeving. Over de totstandkoming en uitvoering van de NOW en de TOFA berichten we in hoofdstuk Focus in 2020: de gevolgen van de coronacrisis.
Wet vereenvoudiging beslagvrije voet
Op 1 januari 2021 is de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet in werking getreden. De beslagvrije voet is het bedrag dat mensen met schulden minimaal nodig hebben om van te leven en waar schuldeisers niet aan mogen komen. De wet heeft tot doel om de vaststelling van de beslagvrije voet te vereenvoudigen en te verbeteren, waardoor het bestaansminimum van mensen beter gegarandeerd kan worden. Onder de eerdere regelgeving had UWV bij het berekenen van de beslagvrije voet veel gegevens nodig die de betrokkene zelf moest aanleveren. De vereenvoudiging zorgt er onder andere voor dat de berekening van de beslagvrije voet daarvan minder afhankelijk is. Dat kan dankzij het gebruik van gegevens over de leefsituatie, het belastbaar inkomen en de ontvangen toeslagen die aanwezig zijn in de Basisregistratie personen (BRP) en de polisadministratie en bij de Belastingdienst.
De wet raakt UWV op verschillende manieren. Ten eerste als beheerder van de polisadministratie. Daarnaast omdat deurwaarders, gemeenten en de SVB beslag kunnen leggen op door UWV betaalde uitkeringen. UWV vordert zelf ook uitkeringen die ten onrechte betaald zijn terug en int boetes. UWV werkte verder in 2020 intensief samen met alle andere betrokken partijen aan de tijdige implementatie van de wet. In samenwerking met de Stichting Inlichtingenbureau hebben we een centrale voorziening in de vorm van een rekentool gebouwd die beslagleggende partijen moet helpen de beslagvrije voet op de juiste wijze vast te stellen. UWV en Stichting Inlichtingenbureau beheren en exploiteren sinds 1 januari 2021 gezamenlijk deze voorziening. UWV bedient hiermee de SVB, het CJIB en het LBIO.
Doordat er zo veel partijen bij de uitvoering van deze wet betrokken zijn en door de coronacrisis heeft het invoeringsprogramma enige vertraging opgelopen. Binnen UWV zijn de meeste voorbereidingen voor de implementatie in december afgerond. Hierdoor kon de uitvoering van de wet per 1 januari 2021 van start gaan. De activiteiten binnen UWV voor de ketentesten van alle IV‑voorzieningen die voor de uitvoering van de wet gebruikt worden, konden echter niet volledig worden afgerond in december. Met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) is afgesproken dat UWV de resterende voorzieningen en functionaliteiten eind januari 2021 zou opleveren – dit is half februari via een extra release gerealiseerd.
Wet tegemoetkomingen loondomein
De Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl) voorziet in drie instrumenten om mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt in dienst te nemen of te houden. Het gaat om het lage‑inkomensvoordeel (LIV, een tegemoetkoming in de loonkosten), het jeugd‑LIV en het loonkostenvoordeel (LKV). UWV berekent het LIV en het jeugd‑LIV op basis van gegevens in de polisadministratie. De Belastingdienst betaalt deze tegemoetkomingen vervolgens uit aan werkgevers. Werkgevers die werknemers hebben voor wie ze een LKV willen ontvangen, hebben daarvoor een kopie nodig van de doelgroepverklaring. De werknemer moet deze doelgroepverklaring aanvragen bij UWV of gemeenten. In 2020 heeft UWV ongeveer 86.000 aanvragen ontvangen. Hiervan is het grootste gedeelte ingediend door een gemachtigde; dit is in de meeste gevallen de werkgever. Van gemeenten ontvingen we in 2020 circa 1.300 kopieën van een doelgroepverklaring.
In mei 2020 hebben we met de Wtl‑rekenmachine de definitieve berekeningen gemaakt voor het LIV, het jeugd‑LIV en het LKV. Om de door de coronacrisis getroffen werkgevers tegemoet te komen, hebben we deze berekeningen op verzoek van het ministerie van SZW vervroegd verstuurd naar de Belastingdienst. Deze heeft de tegemoetkomingen daardoor twee maanden eerder dan gepland kunnen uitbetalen. De 145.120 verstuurde berekeningen hebben betrekking op 805.875 werknemers voor wie de werkgever recht heeft op een of meer tegemoetkomingen. Het totaalbedrag van de definitieve berekening is bijna € 736 miljoen, waarvan circa € 525 miljoen voor het LIV, circa € 63 miljoen voor het jeugd‑LIV en circa € 148 miljoen voor het LKV. Werkgevers die een beschikking hebben gekregen, kunnen binnen zes weken na dagtekening bezwaar indienen. In 2020 zijn ongeveer 800 bezwaren en informatieverzoeken ingediend.
Wet invoering extra geboorteverlof
Met de Wet invoering extra geboorteverlof (WIEG) hebben partners sinds 1 juli 2020 recht op een aanvullend geboorteverlof van maximaal vijf weken, met een uitkering van 70% van het (gemaximeerde) dagloon. UWV voert deze wet uit (zie verder hoofdstuk Kerncijfers bij Toelichting op een aantal kerncijfers, derde aandachtspunt).
Wet invoering ouderschapsverlof
Het wetsvoorstel Wet invoering ouderschapsverlof (Wbo) introduceert per 2 augustus 2022 voor werknemers die verzekerd zijn voor de Ziektewet een nieuwe uitkering van 50% van het (gemaximeerde) dagloon bij ouderschapsverlof van maximaal negen weken. Daarnaast komen er voor bepaalde groepen niet‑verzekeringsplichtige werknemers een uitkering voor ouderschapsverlof (van 50% van het wettelijk minimumloon naar rato van de overeengekomen arbeidsduur) en een uitkering voor aanvullend geboorteverlof (van 70% van het wettelijk minimumloon naar rato van de overeengekomen arbeidsduur). De ouderschapsverlofuitkering wordt verstrekt boven op de bestaande uitkeringen bij zwangerschaps- en bevallingsverlof en bij aanvullend geboorteverlof. In april 2020 hebben we een uitvoeringstoets uitgebracht op het wetsvoorstel. In juni volgde een addendum op de uitvoeringstoets over de internationale aspecten van het wetsvoorstel en over enkele aanpassingen van het wetsvoorstel die aanleiding waren voor nieuwe ramingen van de uitvoeringskosten. Begin oktober 2020 heeft het ministerie van SZW UWV verzocht om te starten met de implementatie van het wetsvoorstel. We zullen moeten implementeren zonder onomkeerbare stappen te zetten totdat de Tweede Kamer het wetsvoorstel behandeld heeft en tot de uitkomst van een eventuele BIT‑toets. Begin december heeft UWV een uitvoeringstoets op de lagere regelgeving in verband met het wetsvoorstel uitgebracht.
Wet arbeidsmarkt in balans
De Wet arbeidsmarkt in balans (Wab) is op 1 januari 2020 in werking getreden. Het doel van de Wab is om vaste contracten aantrekkelijker te maken voor werkgevers en flexkrachten meer perspectief op zekerheid te bieden. De Wab heeft geleid tot aanpassingen van diverse onderwerpen in het arbeidsrecht (zoals de cumulatiegrond, de definitie van payrollwerkgever, payrollwerknemer en ketenregeling). De sectorale WW‑premiedifferentiatie is per 1 januari 2020 vervangen door premiedifferentiatie op basis van de soort arbeidsovereenkomst. Een werkgever komt in aanmerking voor de lage premie als er sprake is van een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, waarbij geen sprake is van een oproepovereenkomst. UWV maakt de aard van het arbeidscontract sinds januari 2020 inzichtelijk via het digitale verzekeringsbericht dat alle werknemers kunnen inzien op Mijn UWV. In april is het formulier voor correctieverzoeken opgeleverd.
Op grond van de Wab geldt de hoge Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf)‑premie. De hoge premie geldt ook voor vaste contracten als het aantal verloonde uren meer dan 130% van het aantal contracturen bedraagt. Het kabinet heeft als crisismaatregel besloten om in die situatie over 2020 de lage AWf‑premie te laten gelden. Deze maatregel zal ook gelden over 2021. UWV heeft de taak om de Belastingdienst na afloop van het aangiftejaar te informeren over gevallen waarin niet een lage maar een hoge premie afgedragen had moeten worden. Dit is aan de orde als een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd binnen twee maanden na aanvang toch wordt ontbonden. De levering van signalen over 2020 is inmiddels gereed, de applicatie voor de uitvoerings- en beheerorganisatie volgt in maart 2021.
Regeling compensatie transitievergoeding
Een werkgever is verplicht de werknemer bij ontslag een transitievergoeding uit te keren. In een aantal gevallen heeft de werkgever de mogelijkheid compensatie voor de aan de werknemer betaalde transitievergoeding te vragen bij UWV. Het gaat dan om ontslag na langdurige arbeidsongeschiktheid van de werknemer (CRTV-LAO) en om ontslag wegens beëindiging van de werkzaamheden van de onderneming als gevolg van pensionering of overlijden van de werkgever (CRTV-BE).
Op 1 april 2020 is de CRTV-LAO in werking getreden. UWV voert deze regeling uit. De regeling heeft terugwerkende kracht: alle transitievergoedingen die sinds 1 juli 2015 zijn betaald aan langdurig zieke werknemers, komen voor vergoeding in aanmerking. De CRTV-BE is op 1 januari 2021 in werking getreden.
Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten
De Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten regelt dat werkgevers uit zowel de private als publieke sector gezamenlijk 125.000 banen creëren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Daarnaast bepaalt de wet dat er, wanneer deze afspraak niet wordt gerealiseerd, een quotumheffing wordt opgelegd. De wet is per 3 december 2019 aangepast: de uitvoering van de quotumheffing is opgeschort tot 2022. In 2020 heeft UWV een uitvoeringstoets uitgebracht op een voorstel voor een vereenvoudigde banenafspraak. Het is nog onduidelijk wanneer (onderdelen van) het voorstel in werking treden.
Wet vereenvoudiging Wajong
Het doel van het wetsvoorstel Wet vereenvoudiging Wajong is het wegnemen van belemmeringen die de participatie van mensen met een Wajong‑uitkering op de arbeidsmarkt bemoeilijken. Een tweede doel is het vereenvoudigen en harmoniseren van de verschillende regelingen (oude Wajong, Wajong 2010 en Wajong 2015), om zo het geheel eenvoudiger en overzichtelijker te maken. UWV heeft in 2019 en 2020 via meerdere uitvoeringstoetsen de consequenties in kaart gebracht voor de uitvoering van de Wet vereenvoudiging Wajong. We hebben bij de implementatie gehoor gegeven aan de wens van de Eerste Kamer om de maatregelen omtrent het schrappen van de studieregeling in de Wajong 2010 en de uitsluitingsgrond voor studeren in de Wajong 2015 per 1 september 2020 in werking te laten treden. Concreet betekent dit dat Wajongers die vanaf 1 september 2020 studeren of gaan studeren een volledige uitkering ontvangen en niet meer worden gekort. Daarnaast kunnen jonggehandicapten zonder arbeidsvermogen die aan de voorwaarden voldoen, al tijdens hun studie in aanmerking komen voor een Wajong‑uitkering of onderwijs gaan volgen. Alle andere maatregelen, inclusief de nieuwe rekenregels voor inkomensondersteuning, zijn ingegaan op 1 januari 2021. Tijdens het parlementaire proces zijn er diverse wijzigingen in het wetsvoorstel Wet vereenvoudiging Wajong aangebracht. Deze wijzigingen hebben het wetsvoorstel nog ingewikkelder gemaakt. Dat maakt het niet alleen lastiger om de wet uit te voeren, maar ook moeilijker om deze te begrijpen. We verwachten daarom veel vragen vanuit deze kwetsbare doelgroep over de nieuwe regels en voorzien bovendien dat niet alle regels even helder en begrijpelijk uit te leggen zijn.
Maatregelen loondoorbetaling bij ziekte en WIA
Het ministerie van SZW heeft eind april 2020 een conceptwetsvoorstel Maatregelen loondoorbetaling bij ziekte en WIA ter advisering voorgelegd aan de Raad van State. Hierin wordt geregeld dat UWV zich bij het verrichten van de toets op de re‑integratie‑inspanningen (RIV‑toets) van een werkgever en diens zieke werknemer moet baseren op het advies van de bedrijfsarts over de belastbaarheid van de zieke werknemer. De overige twee onderdelen uit het oorspronkelijke conceptwetsvoorstel zijn ingetrokken (premievermindering voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds en gedurende vijf jaar geen herbeoordeling van een WIA‑gerechtigde wegens het verkrijgen van inkomsten).
In de uitvoeringstoets op het oorspronkelijke conceptwetsvoorstel van augustus 2019 is bij het onderdeel RIV‑toets als noodzakelijke voorwaarde opgenomen dat UWV op uiterlijk 1 juli 2020 inzichtelijk moest hebben op welke wijze de bedrijfsarts tot zijn advies over de belastbaarheid komt. Het was aan het ministerie om uitwerking te geven aan deze voorwaarde. Inmiddels is bekend dat in mei 2021 een instrument met bijhorende leidraad gereed is op grond waarvan bedrijfsartsen tot hun adviezen zullen komen. De leidraad gaat uit van uniforme definities en referentiewaarden. Met het ministerie van SZW is afgesproken dat UWV het wetsvoorstel gaat uitvoeren per 1 september 2021, vier maanden na oplevering van beide genoemde documenten. In verband met het terugtreden van het kabinet is dit wetsvoorstel inmiddels controversieel verklaard, waardoor de planning onzeker is geworden.
Wet arbeid vreemdelingen
We hebben in de eerste twee maanden van 2020 een uitvoeringstoets gedaan op de herziening van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav) en het conceptontwerpbesluit tot herziening van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen (BuWav 2021). De beoogde ingangsdatum is 1 januari 2022. Omdat het Verenigd Koninkrijk de Europese Unie heeft verlaten, is vanaf 1 januari 2021 een tewerkstellingsvergunning of een GVVA vereist indien een werkgever een Brit vanaf die datum voor zich wil laten werken. De Wav is vanaf die datum van toepassing.
Digitale overheid
In het regeerakkoord is een aantal generieke maatregelen geformuleerd voor de vernieuwing van het openbaar bestuur en de ICT‑dienstverlening. Deze maatregelen hebben betrekking op de digitalisering binnen de overheid en vallen onder verantwoordelijkheid van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). De Wet open overheid (Woo) maakt deel uit van dit maatregelenpakket. Deze wet dient ter vervanging van de huidige Wet openbaarheid van bestuur (Wob) en beoogt een transparantere en actief openbaar makende overheid.
Daarnaast lopen er onder andere nog de volgende overheidsbrede wetstrajecten via het ministerie van BZK:
-
Voor de modernisering van de Basisregistratie personen (BRP) participeerde UWV ook in 2020 in het traject van het ministerie van BZK waarin breed wordt nagedacht over een toekomstige registratie van persoonsgegevens. UWV heeft op verzoek van BZK zitting genomen in de programmaraad van de Modernisering BRP. Daarnaast leverde UWV onder andere via het programma Toekomst gegevensuitwisseling werk en inkomen (TWI) een bijdrage aan de visie op de Regie op Gegevens van het ministerie van SZW. Beide trajecten lopen de jaren na 2020 nog door.
-
De Wet digitale overheid (Wdo) beoogt onder meer om generieke regels op te stellen voor veilig en betrouwbaar inloggen bij overheidsorganisaties voor burgers en bedrijven en verplicht enkele open standaarden via lagere regelgeving. Ook zal de wet de erkenning regelen van (private) aanbieders van middelen en diensten voor identificatie en authenticatie. UWV heeft in 2018 een uitvoeringstoets uitgebracht op het generieke wetsvoorstel. De Tweede Kamer heeft het wetsvoorstel op 18 februari 2020 aangenomen. De Eerste Kamer heeft de minister van BZK gevraagd om een wetswijziging door te voeren, een zogeheten novelle. In januari 2020 is een uitvoeringstoets opgeleverd voor drie algemene maatregelen van bestuur en in november 2020 op de Regeling betrouwbaarheidsniveaus. De beoogde ingangsdatum van de wet is opgeschoven als gevolg van de coronacrisis.
-
De Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer (Wmebv) betreft een aanpassing op de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en geeft burgers en bedrijven onder andere recht op digitale dienstverlening. De wet ligt momenteel ter behandeling voor in de Tweede Kamer. UWV is al gestart met voorbereidende werkzaamheden voorde implementatie van de wet. Naar verwachting heeft het voorstel een grote impact op UWV. In het tweede tertaal van 2020 heeft de raad van bestuur ingestemd met het projectplan voor 2021 en volgende jaren.
-
De Archiefwet geeft kaders en uitgangspunten voor het informatiebeheer van overheidsorganen. De modernisering van de Archiefwet hanteert inhoudelijk de uitgangspunten uit de wet van 1995, maar heeft als doel om deze geschikt te maken voor het digitale tijdperk. Begin 2020 heeft UWV een spontane uitvoeringstoets gedaan. Het gewijzigde nieuwe wetsvoorstel lijkt geringe impact te hebben op UWV. Er zullen wel een beheerstrategie, risicobenadering (risicogestuurd bepalen welke informatie hoe en voor welke termijn moet worden gearchiveerd) en passende maatregelen moeten komen. De kaders hiervoor vanuit de wetgeving ontbreken. De verwachting is dat het advies van de Raad van State over de Archiefwet in het voorjaar van 2021 bekend zal zijn en dat het wetsvoorstel vervolgens in de zomer of het najaar van 2021 bij de Tweede Kamer zal worden ingediend.
STAP-regeling
De overheid wil alle burgers in staat stellen om hun arbeidsmarktpositie te versterken door scholingsactiviteiten te volgen. Hiervoor komt per persoon een financiële ondersteuning van maximaal € 1.000 per jaar beschikbaar – de zogeheten STAP‑subsidie. UWV heeft de opdracht gekregen om de subsidieregeling Stimulering arbeidsmarktpositie (STAP) uit te voeren. Deze regeling zal naar verwachting per 1 januari 2022 ingaan. We zullen de STAP‑regeling zo veel mogelijk als online dienst aanbieden en digitaal uitvoeren. Hiervoor ontwikkelen we onder andere een internettoepassing waarmee we de binnen UWV beschikbare arbeidsmarktinformatie kunnen vertalen in gerichte arbeidsmarktadviezen voor werkenden en werkzoekenden.
Het programmateam heeft begin 2020 de eerste fase van het project – analyse en ontwerp – gerealiseerd. Medio 2020 is gestart met fase twee: verwerving en realisatie. Er zijn onder meer parallel twee aanbestedingen uitgevoerd en afgerond, namelijk voor de STAP‑applicatie die het aanvraagproces ondersteunt en voor een systeem dat nodig is om betalingen aan opleiders te kunnen doen, de e‑facturatiebroker. Naast de technische realisatie is ook gebouwd aan een nieuw organisatieonderdeel dat zich uitsluitend gaat bezighouden met het STAP‑budget. Hiervoor is een kwartiermaker aangesteld, een locatie gekozen en de werving van medewerkers is gestart. Dit gebeurt in nauwe afstemming met de medezeggenschap. Een noodzakelijk onderdeel van de uitvoering van de STAP‑regeling is het Scholingsregister, waarin alle erkende scholingsactiviteiten staan vermeld. De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is verantwoordelijk voor de realisatie van dit register. Daarom werkt UWV ook met deze organisatie nauw samen. De realisatie van de UWV‑onderdelen verloopt volgens een krappe planning. De totale realisatie van de uitvoering van deze regeling is complexer door de betrokkenheid van meerdere partijen. Daarom is er voortdurend oog voor risico’s en mitigerende maatregelen, voor UWV en in de samenwerking met de ministeries van SZW en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en met DUO.